Toen de inwoners van Arnhem in 1945 terugkeerden naar hun stad troffen ze een ongelofelijke puinhoop aan. Van de toren van de Eusebius was een soort macaber dreigende vinger naar de hemel overgebleven. Een waarschuwing leek het wel, draai je om en kom niet weer terug. En niet alleen in Arnhem, ook in Nijmegen, in Tiel en de Betuwe was de schade onbeschrijflijk. Minder zichtbaar maar daarom niet minder belangrijk de menselijk schade, families uit elkaar gerukt, de lege plekken aan tafel, de slachtoffers van vervolging met die niet te beantwoorden vraag: waarom ben ik er nog en zij niet meer? Maar tijd om daarbij stil te staan was er niet, Nederland moest opnieuw opgebouwd worden. De wederopbouw!