Vitesse kopen? Dan heb je zeker 25 miljoen nodig (maar liever het dubbele)

Sinds de club in maart communiceerde dat de Russische eigenaar Valeri Oyf van zijn aandelen af wil, komt er nauwelijks iets naar buiten over het eventuele onderhandelingsproces. Zo is onduidelijk hoeveel geïnteresseerde partijen zich hebben gemeld in Arnhem. De namen van de omstreden GelreDome-eigenaar Michael van de Kuit en van de Amerikaanse investeerders Platek zijn gevallen, maar verder blijft het al tijden opvallend stil.

Het is niet bekend wat de vraagprijs is voor de Arnhemse club. Rond 2015 stond Vitesse naar verluidt ook al eens te koop. De vraagprijs zou toen 50 miljoen euro zijn geweest, maar daalde later tot zo'n 12 miljoen euro. Er kwam nooit een koper. Alleen het circuit rondom oud-eigenaar Merab Jordania toonde interesse, maar die was destijds persona non grata en kwam nooit aan de onderhandelingstafel.

Om te bezien wat Vitesse nu waard is, moet eerst worden bekeken welke bezittingen van de Arnhemse club waarde vertegenwoordigen. Dan gaat het om de spelersgroep van het eerste elftal, de jeugdopleiding en het trainingscomplex op Papendal. Een stadion bezit Vitesse niet. Dat kost de club alleen maar geld, namelijk een huursom van 1,95 miljoen euro per jaar.

Het inschatten van de waarde van de selectie van Vitesse is lastig. Van de huidige spelersgroep blijft niet zoveel over. Spelers die flinke transferwaarde vertegenwoordigen, zoals Riechedly Bazoer, Eli Dasa en Danilho Doekhi hebben een aflopend contract en leveren niets meer op. Dat geldt ook voor topscorer Loïs Openda, die is gehuurd van Club Brugge en Jacob Rasmussen, huurling van Fiorentina.

Van de spelers met een doorlopend contract vertegenwoordigt vooral Maximilian Wittek een flinke transferwaarde. De Duitse linksback ligt nog twee jaar vast en heeft zich flink in de kijker gespeeld met vijf doelpunten in de Conference League. Ook Matus Bero en Sondre Tronstad hebben een contract voor volgend seizoen en hebben zeker waarde op de transfermarkt.

Daarnaast heeft Vitesse veel spelers uit de eigen opleiding met een contract voor één of twee jaar in huis. Maar die spelers zijn over het algemeen nog geen vaste waarden in de basiself en miljoenenbedragen zullen ze desgewenst ook niet opleveren.

Omroep Gelderland heeft drie deskundigen op het gebied van transfers, die liever anoniem willen blijven, laten kijken naar de selectie. Zij schatten de waarde in op tussen de 10 en 12 miljoen euro. Hun namen zijn wel bekend bij onze redactie.

De toonaangevende website Transfermarkt.de komt uit op een bedrag van ruim 13 miljoen euro, maar daar staat Thomas Buitink genoteerd voor 1,5 miljoen en Nikolai Baden Frederiksen voor 3,5 miljoen.

De waarde van de jeugdopleiding is moeilijk in te schatten. Op dit moment zijn de spelers nog geen grote bedragen waard, maar in de nabije toekomst kan hun waarde snel stijgen als ze doorbreken naar de A-selectie of geselecteerd worden voor nationale jeugdelftallen. Vitesse heeft de laatste jaren flink geïnvesteerd in de voetbalacademie. De waarde kan geschat worden op 3 à 4 miljoen euro.

Vitesse bezit het trainingscomplex van Papendal, maar niet de grond. Het gebouw zelf dateert uit 2013 en is nog redelijk up-to-date. De kosten waren destijds 12 miljoen euro. Met afschrijvingen en noodzakelijk onderhoud is die waarde mogelijk wat afgenomen, maar de prijs van onroerend goed is de laatste jaren wel flink toegenomen. Dus een bedrag van 12 miljoen bij verkoop lijkt alleszins redelijk.

Het is niet zo dat de vraagprijs per definitie de optelsom van bezittingen zal zijn. Marktwerking heeft veel invloed. Als potentiële kopers denken dat ze de club voor een prikkie kunnen overnemen, kan Vitesse in ieder geval de minimale waarde van de bezittingen als basis nemen voor onderhandelingen.

Opgeteld ligt een redelijke vraagprijs ergens tussen 25 en 28 miljoen euro. Een eventuele koper moet daarbij wel direct de huursom van GelreDome (1,95 miljoen) overnemen en voldoen. Veel hoger dan 25 miljoen zal de vraagprijs redelijkerwijs niet kunnen worden.

De eventuele koper is er echter niet met een bedrag van 25 miljoen of iets meer. Want om Vitesse overeind te houden, moet ook nog het begrotingstekort worden gedicht. Dat namen Oyf, Chigirinksiy en Jordania in het verleden voor hun rekening.

De laatste twintig jaar was het verschil tussen inkomsten en uitgaven meestal 10 miljoen euro of meer in het rood. De laatste seizoenen is dat mede door flinke bezuinigingen teruggebracht tot 4 à 5 miljoen euro. Een nieuwe eigenaar moet een dergelijk bedrag meteen klaar hebben liggen om het eerste seizoen tot een goed einde te brengen.

Vitesse op niveau houden, betekent een flinke investering in de spelersgroep. Er liggen achttien spelers vast en met die selectie zal Vitesse normaliter geen degradatiekandidaat zijn. Om de club echt rendabel te maken, is meer nodig. Wil Vitesse volgend seizoen opnieuw meedoen om Europees voetbal, dan moeten er sowieso enkele verdedigers en scorende aanvallers bijkomen. En dat loopt al gauw in de miljoenen.

Conclusie: een potentiële koper moet meteen 40 tot 50 miljoen euro neerleggen om de club op niveau te houden en weet dat ook de jaren daarna miljoeneninvesteringen nodig blijven. Geld verdienen met Vitesse lukt pas als er Europees voetbal wordt gespeeld of als er spelers voor flinke bedragen worden verkocht, zoals in het verleden bijvoorbeeld Wilfried Bony, Marco van Ginkel, Ricky van Wolfswinkel en Milot Rashica. Spelers transfervrij laten gaan, zoals dit seizoen gebeurt, is pure kapitaalvernietiging.

Het grootste probleem voor een nieuwe eigenaar is echter de afhandeling van de schuldenlast met Valeri Oyf. De Rus investeerde sinds de overname in 2018 naar schatting 18 miljoen euro in de club. Bij een aankoopbedrag van ongeveer 25 miljoen is dat bedrag afgekocht.

Maar gaat de winst dan naar Oyf of vloeien die miljoenen direct terug in de clubkas? En stel dat Vitesse uiteindelijk voor minder dan 18 miljoen wordt verkocht, neemt Oyf daar dan genoegen mee? Dat zijn vragen die pas worden beantwoord als de club daadwerkelijk wordt verkocht.