Publiekslieveling De Marchi geeft Vitesse kans tegen AS Roma: 'Ze hebben grote clubs verslagen'

De Marchi (55) is al twintig jaar actief in de wereld van voetbalmakelaars. Zijn netwerk is groot en hij ziet en bezoekt nog steeds veel wedstrijden. Onlangs nog bracht hij een bezoekje aan Nederland. “Voor zaken”, lacht hij, maar hij maakte meteen gebruik van de gelegenheid om zich onder te dompelen in de Nederlandse cultuur en even terug te komen naar Arnhem.

“Ik heb mijn vrouw ook laten overkomen uit Italië. Ik belde en zei tegen haar: je moet hierheen komen. Dat gaf ons de kans samen nog wat van de omgeving te zien en oude emoties te herbeleven, van toen we hier samen waren. We zijn zelfs een dagje naar Volendam geweest. We hebben er echt van genoten, we houden veel van Nederland. Het voelde als thuiskomen, na twintig jaar.”

Of hij er donderdag ook bij is, wanneer Vitesse thuis de strijd aangaat met Roma, weet De Marchi nog niet. Zijn agenda is vol en hij hoopt dat het lukt een gaatje te vinden. Wat zeker is, is dat hij overloopt van gevoelens rondom het duel. “Voor mij is dit een soort achtbaanrit met oude gevoelens en goede herinneringen. Ik heb niet één slechte herinnering aan mijn tijd in Arnhem. Het voetbal, het leven, de mensen: het was geweldig. Maar ook bij Roma was het fijn. Ik heb bij beide clubs een verleden en ben heel benieuwd hoe de wedstrijden uitpakken”, zegt de oud-verdediger.

De Marchi weet dat het contrast tussen Vitesse en Roma groot is. In begroting, statuur, salaris en uitstraling is Vitesse duidelijk de mindere van de twee. Maar onmogelijk is niets, weet de Italiaan. “Roma laat dit seizoen onder José Mourinho soms goed voetbal zien, maar de resultaten zijn toch wel matig. Vitesse maakt in mijn ogen gewoon een kans. Ze hebben in de Conference League al een paar grote clubs verslagen en inmiddels zullen ze toch wel weten waartoe ze in staat zijn?”

De Marchi speelde eind vorige eeuw drie jaar in Arnhem en maakte daarin een onuitwisbare indruk. De flamboyante verschijning streed met Theo Bos om een basisplaats in het hart van de verdediging en hoewel hij niet altijd verzekerd was van speeltijd, groeide De Marchi uit tot een publiekslieveling.

Andersom ontwikkelde hij een warm gevoel voor de club aan de Rijn. “Het was heel prettig om een nieuwe voetbalcultuur te leren kennen. Eigenlijk werd ik direct verliefd. De filosofie van Nederland beviel me heel goed. Sportief gezien was het ook een mooie tijd.”

“Karel Aalbers had een fantastisch team gecreëerd en we deden mee met de Nederlandse reuzen: Ajax, PSV en Feyenoord. We deden het goed, samen, en speelden Europees voetbal. Ik spreek ook nog steeds veel van de jongens met wie ik destijds samenspeelde. Louis Laros, John van den Brom, Pierre van Hooijdonk, Nikos Machlas, Sander Westerveld, Marc van Hintum. Twintig jaar na dato! Dat bewijst wel dat we een goede tijd hebben gehad, samen.”

Hij pauzeert even. "Helaas zijn twee van de allerbelangrijkste namen van die tijd niet meer onder ons: Theo Bos en Dejan Curovic. Ik kon heel goed met Theo overweg, hij hielp mij ontzettend goed toen ik bij Vitesse kwam. We speelden op dezelfde plek, maar Theo hielp mij desondanks heel veel met mijn aanpassingen. Ik mis hem en ik denk dat iedereen in Arnhem hem nog steeds mist. En Curovic… mijn hart huilde toen hij overleed. Ik heb hem nog steeds in mijn gedachten."

Warme herinneringen en diepgewortelde emoties hield De Marchi over aan zijn tijd in Arnhem. Hij kwam er in 1997 binnen als een grote naam, die Juventus op zijn cv had staan en net begonnen was aan een eerste avontuur buiten Italië.

In zijn debuutseizoen op de Nederlandse velden finishte De Marchi meteen op de derde plaats met Vitesse. De seizoenen erna eindigde de club tweemaal als vierde. Sportief gezien waren het hoogtijdagen voor zowel Vitesse als De Marchi. In de zomer van 2000 vertrok hij uit Arnhem en sloot hij zijn loopbaan af bij Dundee in Schotland. Hij verloor Vitesse nooit meer uit het oog en bezocht de club door de jaren heen geregeld. Onlangs nog was hij te gast tijdens de Gelderse derby tegen NEC, die een klinkende 4-1 zege opleverde.

Een paar spelers springen hem dit seizoen in het oog. Spelers, die tegen Roma de kar moeten trekken voor de ploeg van trainer Thomas Letsch. “Ik vind Danilho Doekhi sterk spelen als aanvoerder, in de wedstrijden die ik van hem gezien heb. Ik vind hem een persoonlijkheid en een leider. Maar ik kijk ook graag naar Loïs Openda en naar die middenvelder die niet altijd speelt. Hij komt uit 2002. kom, hoe heet hij? Daan Huisman! Die heeft iets interessants.”

“En Riechedly Bazoer, die het goed doet achterin. Al moet ik, als verdediger, wel zeggen dat hij geen centrumverdediger oude stijl is. Ik vind hem een type-John van den Brom of een type-Michel Kreek, spelers die in mijn tijd ook af en toe achterin speelden maar meer middenvelders waren. Zo zie ik Bazoer ook.”

En bij Roma? De meest voor de hand liggende naam is die van Tammy Abraham, de Engelse spits die er in de competitie al dertien maakte en in de Conference League topscorer is, met zes doelpunten. “Ja, dat is zonder twijfel de beste speler voorin”, weet De Marchi. “Doekhi zal hard moeten werken om hem af te stoppen. Maar Roma bestaat uit méér spelers, het is wel echt een team met verschillende kwaliteiten”, waarschuwt de Italiaan.

“En ja, natuurlijk: als Roma op volle oorlogssterkte is en in een goede vorm steekt, maakt Vitesse weinig kans. Maar het blijft elf tegen elf, hè? De eerste wedstrijd in Arnhem wordt bepalend, denk ik. In Stadio Olimpico zal Vitesse het lastiger hebben. Al zal het hoe dan ook een fantastische ervaring zijn om daar te spelen.”