Blauwtong dwingt melkveehouder en Leste Mert het anders te doen

"Het is een flinke klap", zegt Martien Pardoel. Als voorzitter van de Leste Mert in Druten moest hij besluiten dat de koeienkeuring donderdag niet doorging: "In de omgeving zijn er recent meerdere beesten besmet geraakt. Verkeersbewegingen vergroten het risico op verdere besmetting en dat willen we voorkomen, maar een Leste Mert zonder runderen is eigenlijk geen Leste Mert."

Op de biologische boerderij Veld en Beek in Doorwerth worden zo'n vijfenveertig koeien gehouden. Enkele beesten hebben te kampen met blauwtong. "Ze gaan strammer lopen en boven de klauwtenen zitten er wat verdikkingen", zegt boer Jelmer Zandbergen. "Als een koe eenmaal ligt, dan is overeindkomen niet fijn. Bij heftigere gevallen zie je korst- en slijmvorming rondom de neus. Maar het voornaamste is een verminderde eetlust."

Mensen kunnen zuivel rechtstreeks bij de boerderij kopen, maar de melkproductie ligt door het virus lager dan normaal. "We hebben gevraagd of klanten akkoord gaan met tien procent minder melk in de flessen. Iedereen was heel begripvol en leefde echt mee. We hebben korting aangeboden, maar niemand wilde daar gebruik van maken. Zo'n betrokken groep is het."

Met onder meer paarden, muziek en een warenmarkt was het donderdag alsnog bedrijvig in Druten. "Maar bij de Leste Mert hoort erwtensoep én koeienpoep", vertelt Pardoel. "We zijn dan ook lang doorgegaan met de voorbereidingen voor de koeienkeuring, in de hoop dat het in november te koud zou zijn voor de knut, die het virus vespreidt. De bekers voor de winnaars zijn zelfs al gegrafeerd, maar deze staan nu nog onaangeraakt op de plank bij de juwelier."

Volgens Zandbergen is er bij enkele van zijn beesten al herstel zichtbaar, maar dat betekent niet dat er ook weer snel meer melk wordt geproduceerd. "De piek in de melkgift komt pas weer wanneer een koe gekalfd heeft."

Desondanks blijft de boer positief: "De blaarkop is een sterk ras. De koeien mogen overdag gewoon naar buiten en de kalveren blijven bij de kudde. Doordat we de koeien van jongs af aan zo natuurlijk mogelijk gedrag proberen te laten vertonen, hebben we hoop dat ze snel aansterken."