Rivierengebied
'Vierhonderd meter is dichtbij', zegt expert over windmolens

ECHTELD - Torenhoge windmolens op 400 meter afstand van huizen in Echteld, dat is dichtbij. Tenminste, in de ogen en vooral oren van klinisch fysicus en audioloog Jan de Laat. Hij pleit voor het 'Deense model', dat inmiddels in meer landen wordt toegepast. Dat zou betekenen dat de molens véél verder weg van bebouwing moeten staan.
In Denemarken is de regel dat bebouwing op zeker tienmaal de masthoogte afstand moet staan. De windturbines in Echteld bereiken een tiphoogte van 262 meter met de wieken in de hoogste stand. De Laat: "Dat wil zeggen dat de masthoogte rond de 150 meter is. In Denemarken moeten een mast dan minimaal 1500 meter van bewoning staan om geen overlast te veroorzaken."
De overlast kan bestaan uit de ronddraaiende slagschaduw van de wieken én uit geluidsoverlast. Die laatste vorm van overlast is afkomstig van de luchtverplaatsing door de wieken, maar ook door het mechanische geluid van de turbine. Veel klagers ervaren een laag zoemgeluid, maar daarnaar is nog aanvullend onderzoek nodig, vindt De Laat.
Maximaal geluid
De wereldgezondheidsorganisatie WHO stelt dat het geluid van windturbines een gezondheidsrisico kan vormen en niet hoger dan 45 decibel zou mogen zijn. De Laat is zelf voorstander van een maximaal geluidsniveau van 35 decibel. Bij dat niveau zou 's nachts slapen met een open raam nog mogelijk moeten zijn.
Het probleem is dat richtlijnen van de WHO niet bindend zijn voor de Nederlandse overheid. Volgens de kenner zijn de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november een uitgelezen kans om na te denken over windenergie. "Sommige partijen zien windmolens bijvoorbeeld veel liever op zee, of zijn voorstander van kernenergie. Windmolens of geen windmolens, dat is uiteindelijk een politieke beslissing."