Rivierengebied
Stokoude toren gered van de ondergang

PUIFLIJK - Hij was er bijna niet meer geweest. De eeuwenoude toren van Puiflijk. Ooit gered van de sloophamer dreigt hij nu uit zichzelf uit elkaar te vallen.
De eerste stukken steen kwamen al naar beneden. De Puiflijkenaren zamelden een ton in en peuterden nog 3 ton los bij de gemeente Druten om dat te voorkomen. Het moet een gebouw van samenkomst worden en zo weer het kloppend hart van het dorp.
Gegarandeerd dood
Bert Beuving van de Stichting Oude Toren Puiflijk staat op de terp van de toren en houdt een stuk steen in zijn handen dat van ergens daarboven afkomstig is. Veel groter dan ook maar iemand op zijn hoofd kan verdragen. Zo kwamen er meerdere stukken naar beneden. "Gelukkig dat er niemand onder liep want dan was die gegarandeerd dood geweest."
Lang zat er een kerk aan de oude toren vast. Maar een paar honderd jaar geleden stortte het middelste deel daarvan al in. Gebrekkig onderhoud toen de kerk in protestantse handen kwam. In het Roomse Rivierenland waren simpelweg te weinig protestanten om het onderhoud van de grote kerk te kunnen betalen.
Kijk naar beelden van de stokoude toren:
Er kwamen al stukken naar beneden
Brandweerslangen
Uiteindelijk verdween de kerk helemaal en bleef enkel de toren over. Rond 1815 kon de brandweer er wel wat mee. Beuving wijst omhoog naar een beugel met katrollen. "Daar konden de slangen aan gehangen worden." Vermoedelijk sloopte die brandweer ook twee van de drie vloeren uit het gebouw om ook aan de binnenkant slangen op te kunnen hangen. Daar werd de toren natuurlijk niet steviger van.
"Ik vind het nu al een prachtige toren", zegt Gérard de Wildt. Hij is wethouder van de gemeente Druten. "Maar willen we die over honderd jaar of tweehonderd jaar ook nog hebben, dan moeten we hem nou toch wel aanpakken." Met de 3 ton die de gemeente daarvoor uittrekt komen onder meer de verdwenen vloeren weer terug om het hart van Puiflijk te redden van de ondergang.
"Het zijn meer dan alleen bakstenen", benadrukt De Wildt. "Voor het dorp Puiflijk zeker. Het behoud van zo'n monument mag wel wat kosten." En zo blijft hij dus fier overeind. Dat is niet altijd even vanzelfsprekend geweest, weet Bert Beuving. "Er zijn zelfs plannen geweest, ik heb daar archiefstukken van, dat er mensen waren die zeiden: daar moeten we geen cent meer in steken, we kunnen hem net zo goed afbreken. Dat is gelukkig niet gebeurd. Dat zou een echte ramp zijn."