Stedendriehoek
Van Gerrie mag het elke dag wel Prinsjesdag zijn: 'Een hoed kan altijd'

TWELLO - In Den Haag hangen de outfits voor Prinsjesdag klaar. Voor vrouwen geldt dat een hoedje niet mag ontbreken. Wat de dames op hun hoofd zetten is op de derde dinsdag van september vaak onderwerp van gesprek. Maar waar let je nou op bij het dragen van een hoed?
"Zit je haar niet goed? Zet een hoed op!", zo luidt het motto van Gerrie Bos-Bollen. De 82-jarige maakte diverse hoeden speciaal voor Prinsjesdag. "In 2012 bijvoorbeeld voor Kathleen Ferrier, destijds Tweede Kamerlid, en in 2015 voor de toenmalige minister van Defensie Jeanine Hennis."
Met onderstaand exemplaar viel ze ook in de prijzen. "Het publiek heeft dit model uitgeroepen tot de mooiste hoed van Prinsjesdag 2012." In museum Escher in Den Haag is haar model vervolgens ook geëxposeerd.

Duizend exemplaren
Al veertig jaar stopt Bos-Bollen haar creativiteit in het maken van hoofddeksels. De bovenste verdieping van haar huis is een waar museum. Van groot tot klein, kleurrijk tot sober en van klein tot extreem opvallend. "Vierhonderd heb ik er nog in mijn bezit. Maar in totaal heb ik denk ik wel duizend hoeden gemaakt. Voor trouwerijen, begrafenissen, evenementen en exposities."
Waar een goede hoed aan moet voldoen, dat is volgens Bos-Bollen simpel. "Hij moet passen bij de persoon die hem draagt. Qua kleur, uitstraling en qua vorm. Een kleinere dame moet nooit een hoed met een grote rand dragen. Dat duwt je naar beneden."
Ook moet het passen bij wat iemand wil uitstralen. "Kijk, deze hoed is gemaakt met duurzaam materiaal, dus dit zou bij iemand passen die de natuur een warm hart toedraagt."
Kijk hier hoeveel hoeden Gerrie heeft:
Gerrie (80) is hoedenmaakster
'Je straalt zelfvertrouwen uit'
We zouden ook best wat vaker iets op ons hoofd mogen zetten, vindt de Twellose. "Je hoeft niet met een hoop glitter en schitter weg te gaan, maar als het regent en je moet weg dan kun je een hoed opzetten. Je bent dan mooi gekleed en je komt met een hoop zelfvertrouwen over. Ook kom je vaak in gesprek met mensen als je een hoed opzet."
De jeugd draagt volgens de 82-jarige liever petten of mutsen, of machinaal geperste hoeden. "Die zijn natuurlijk ook een stuk goedkoper dan wanneer je iets met de hand maakt." De jeugd loopt volgens de hoedenmaakster niet warm voor het vak. "Het is te arbeidsintensief, het past niet bij deze tijd. De jeugd heeft niet genoeg geduld, en dat heb je wel nodig."
Jonge hoedenmakers in aantocht?
In onze provincie is er geen een school die het vak hoedenmaken nog aanbiedt. "Er zijn cursussen en opleidingen tot hoeden maken te vinden, maar niet bij ons, althans niet het ambachtelijke hoedenmakers vak", laat Alice Broekhuizen van de hogeschool ArtEZ in Arnhem weten. "Studenten die erin geïnteresseerd zijn, zoeken dan zelf uit of ze een cursus willen doen."
Op Aventus in Apeldoorn is de interesse voor het vak er ook niet. "Het is een voor jongeren niet courant mode-item. We richten ons met name op het ontwikkelen van patronen en het vervaardigen van kleding. Waarbij we zowel casual als gelegenheidskleding maken", laat docente Ruth Roos weten.
Alleen in Amsterdam en in Boxtel zijn mbo's te vinden die een fulltime opleiding tot hoedenmaker aanbieden. De Twellose hoedenmaakster betreurt het dat weinig jongeren geïnteresseerd zijn in het ambacht, maar er is ook begrip. "Je wordt er van binnen heel blij van, maar als je je boterham ermee wil verdienen, dan moet je droog brood eten."