Arnhem en omstreken
Arnhem wist van brandgevaarlijk knutselhuis: 'Helaas toch waarheid geworden'

ARNHEM - De gemeente Arnhem wist heel goed dat de woning aan de De Wiltstraat, waarin eerder dit jaar twee vrouwen overleden in een verzengende brand, een brandgevaarlijke bende was. Klacht na klacht kwam er sinds 2019 over de brandveiligheid, maar ook over prostitutie, overlast en drugsgebruik. De communicatie tussen de gemeente en de omgevingsdienst schetst het beeld van een overheid die zeer goed op de hoogte was van de risico's. "Helaas toch waarheid geworden", appt een ambtenaar na de fatale brand.
Een felle brand kost op dinsdagochtend 31 januari het leven aan de 46-jarige bewoonster van de bouwvallige woning aan de De Wiltstraat. Een 51-jarige vriendin die op bezoek was, overlijdt eveneens in de vlammen. De gemeente Arnhem publiceerde begin juli de resultaten van een extern onderzoek naar de gang van zaken rond de woning, waarover in de buurt al langer veel te doen was. De conclusie: de gemeente en andere betrokken partijen hebben elkaar goed weten te vinden rondom de overlastmeldingen. Zij hebben gedaan 'wat redelijkerwijs van hen kon worden verwacht'.
Niet geheel toevallig publiceerde de gemeente op hetzelfde moment, op verzoek van Omroep Gelderland, 300 pagina’s aan documenten over dezelfde zaak. Uit die gespreksverslagen, notities, brieven en appjes komt een ander beeld naar voren: de gemeente ondernam pas laat concrete actie en wachtte met juridische maatregelen ondanks grote risico’s op brand. En burgemeester Ahmed Marcouch was al die tijd nergens van op de hoogte.
Onhoudbaar en onveilig
Het is 31 oktober 2019 als twee bewoners van de wijk Sint Marten een mail schrijven aan de gemeente. Ze zeggen al jarenlang overlast te ervaren van het pand aan de De Wiltstraat. Ze voelen zich niet veilig en maken zich zorgen. Bij meerdere organisaties en de wijkagent kregen zij geen gehoor. En ook vanuit de gemeente blijft het vervolgens stil.
In de volgende twee jaar komen er nog drie meldingen over geluids-, stank- en drugsoverlast. Melders voelen zich niet veilig in hun eigen straat en eisen dat de gemeente de boven een schuur in elkaar geknutselde woning onbewoonbaar verklaart. De situatie en leefomgeving is onhoudbaar, onveilig en een doorn in het oog van de hele omgeving.
Pas na de vierde melding, in augustus 2022, komt de gemeente in actie. De Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) moet een kijkje gaan nemen. De gemeente schrijft begin september terug aan de melder dat 'de casus de volle aandacht heeft'. Daarna blijft het weer een maand stil. De melder vraagt op 13 oktober om een update: "Wanneer stappen jullie binnen? De overlast wordt er niet minder op."
'Geen vluchtroutes of rookmelders'
Zeven weken na de vierde melding brengt de ODRA een bezoek aan het pand. Het inspectierapport telt een waslijst vol gebreken: "Het hele woongedeelte maakt een rommelige en vieze indruk. De stoppen vliegen er constant uit. Er is brandgevaar. Er zijn geen vluchtroutes en geen rookmelders. Het dak is provisorisch dichtgemaakt met golfplaten en purschuim. Het vermoeden is dat de totale elektrische installatie niet voldoet aan de eisen."
De ODRA besluit dat de illegale bewoning zo snel mogelijk moet worden beëindigd. Samen met de gemeente wordt er een last onder bestuursdwang opgelegd aan de eigenaar van het pand. Dat is een juridische maatregel om ervoor te zorgen dat iemand zich aan de regels houdt. Als dat niet gebeurt, kan de gemeente zelf ingrijpen om naleving af te dwingen. De bewoonster moet vertrekken.
Fouten door 'druk en snelheid'
Maar de gemeente gaat in de fout door de bewoonster alleen mondeling te informeren, terwijl dat ook schriftelijk had gemoeten. Ook stelt de ODRA vast dat, ondanks hun eerdere waslijst aan gebreken, er niet genoeg gevaar is om een versneld proces in te zetten.
In een mail richting de gemeente en politie staat: "Door de druk en snelheid waarmee een en ander is opgezet zijn er toch enkele essentiële punten niet goed bekeken of uitgewerkt." Het besluit wordt ingetrokken en de gemeente moet opnieuw beginnen. En dat betekent vertraging.
In deze periode is er nauwelijks contact met de melder. Drie keer meldt hij zich bij de gemeente voor een update en twee keer mailt hij direct naar burgemeester Ahmed Marcouch: "Zitten jullie als gemeente te wachten op een stadsbrand?", mailt hij. En ook: "De bom kan elk moment barsten daar. De wijk is het zat." Volgens documenten heeft de gemeente vier keer gebeld naar de melder, maar zonder gehoor.
Juridisch getouwtrek
De bewoonster en haar advocaat vechten de opgelegde maatregel aan. Het juridisch getouwtrek duurt vervolgens tot aan de brand. Het nieuws maakt veel los, ook bij de ex-bewoners die in 2019 de eerste melding deden. Ze mailen opnieuw: "We zijn zeer met de slachtoffers begaan. We hebben zelf een aantal nachten slecht geslapen en voelen ons verward, verdrietig en onzeker." De brand is voor hen een waar geworden nachtmerrie.
Ook ambtenaren van de ODRA en de afdeling Veiligheid van de gemeente reageren ontdaan. "Ben je de schok van het nieuws al te boven", appt de een naar de ander. Nadat duidelijk is geworden dat er ook mensen zijn omgekomen bij de brand appt een ambtenaar: "Helaas toch waarheid geworden", waarop de ander reageert: "Dat maakt het nog heftiger. Bizar."
Marcouch niet op de hoogte
Ondanks dat hij meerdere keren is aangeschreven, zegt Marcouch in een mail na de brand dat hij niet op de hoogte was: "Deze casus en mailing heb ik niet eerder gezien." Hij wil dat wordt uitgezocht hoe er intern is gereageerd. Daarvoor wordt een onafhankelijk bureau ingeschakeld.
De burgemeester mag huizen sluiten om zo overlast te verminderen. Dat dat hier niet gebeurd is, ligt volgens de gemeente aan het feit dat het een zware maatregel is, er al interventies gaande waren en er niet genoeg acuut gevaar was.
Verdachte voor rechter om brandstichting
Een 37-jarige vrouw zit op dit moment vast voor brandstichting in de De Wiltstraat. Zij werd enkele dagen na het inferno opgepakt en wordt nu psychisch onderzocht in het Pieter Baan Centrum.
Haar zaak wordt waarschijnlijk in januari inhoudelijk behandeld door de rechtbank in Utrecht.
Aan aandacht ontsnapt 'door beslommeringen'
De gemeente geeft aan Omroep Gelderland aan niet eerder maatregelen te hebben genomen, omdat de ernst van de situatie pas duidelijk werd tijdens het bezoek van de ODRA op 14 oktober 2022. Dat is dus drie jaar na de allereerste melding. Volgens de gemeente was de burgemeester sinds eind november op de hoogte van de situatie. Dat hij zelf na de brand stelt 'deze casus niet eerder te hebben gezien', verklaart zijn woordvoerder doordat het 'uit het oog is verdwenen in de veelheid van beslommeringen in een periode waarin hem geen bestuurlijke besluiten werden gevraagd'.
Na de zomer begint de gemeente gelijk met het beter opschrijven van meldingen en melders beter op de hoogte houden over hoe er wordt opgetreden. Ook gaat de gemeente problemen op tijd bespreken met de burgemeester of wethouder.
Er is geen oorzakelijk verband vastgesteld tussen de risico’s op brandgevaar en het ontstaan van de brand eind januari. De gemeente zegt: "Brandstichting, waar het OM een verdachte van verdenkt, is nauwelijks te voorzien."