Gaat transplantatie van gezonde grond de Veluwse bossen redden?

De bosbodem op de Veluwe is er op veel plaatsen slecht aan toe. Door de neerslag van stikstof wordt de bodem steeds zuurder. Ook krijgt het bos door klimaatverandering steeds vaker te maken met lange perioden van droogte. Het resultaat is dat veel bomen het niet meer redden en de biodiversiteit hard achteruit gaat.

Al jarenlang wordt op verschillende manieren geprobeerd deze processen te stoppen. Tegen verzuring wordt bijvoorbeeld steenmeel uitgestrooid: een calciumrijk restproduct dat bij het zagen van natuursteen overblijft. Daarnaast moet de aanplant van boomsoorten als wintereik, hazelaar, zoete kers of tamme kastanje de Veluwse bossen beter bestand maken tegen de droogte. Nu komt er een nieuwe behandeling bij: transplantatie van gezonde grond naar plekken waar het slecht gaan met de bosbodem.

Onze bodem zit normaal gesproken barstensvol leven: bacteriën, schimmels, aaltjes, springstaarten en mijten. In een handvol grond zitten wel 5.000 soorten en meer dan 10 miljard individuen. Dat hele systeem zorgt ervoor dat de natuur optimaal kan functioneren. Verzuring zorgt voor ernstige verstoring van dit evenwicht. Door gezonde grond op slechte plekken in te brengen, hopen onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie dat het leven in de bodem zich op natuurlijke wijze kan herstellen.

Maar werken de maatregelen ook? Daar hopen de onderzoekers achter te komen met hulp van nachtvlinders. Nachtvlinders leven slechts een jaar en moeten dus snel reageren op de veranderingen in hun omgeving. Daar waar al eerder nieuwe bomen en struiken werden aangeplant, worden in speciale vangemmers nachtvlinders verzameld en iedere ochtend geteld. Hoe meer nachtvlinders, hoe beter het is gesteld met de natuur op die plek. Zo kunnen aan de hand van de aantallen nachtvlinders verschillende ingrepen met elkaar worden vergeleken en wordt duidelijk wat echt helpt om het ecosysteem te herstellen.