Noord-Veluwe

Hoogste aantal verkeersdoden sinds 2008, dit doet het verlies met nabestaanden

Meer dodelijke ongelukken op de Gelderse wegen.
Meer dodelijke ongelukken op de Gelderse wegen. © Dennis van Bemmel/Persbureau Heitink
PUTTEN - Vorig jaar stierven 103 mensen door verkeersongelukken op Gelderse wegen, het hoogste aantal sinds 2008. Wat doet dat verlies met achterblijvers? Naar schatting loopt 1 op de 2 nabestaanden vast. Universitair docent Lonneke Lenferink doet er onderzoek naar.
Allereerst, zegt Lonneke Lenferink, vindt ze het belangrijk om te benadrukken: mensen kunnen veel aan. "We maken allemaal verlies mee", zegt ze, "Het is onderdeel van ons mens-zijn. En we zien dat de meeste mensen, vooral na overlijden na een langdurig ziekbed, uiteindelijk een natuurlijke manier vinden om daarmee om te gaan."
Lenferink is universitair docent en onderzoeker bij de Universiteit Twente, Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar verstoorde rouwklachten en behandelen daarvan. "Alleen we weten ook dat een traumatisch, plotseling verlies, zoals een verkeersongeluk of bijvoorbeeld moord, een groter risico met zich meebrengt. De nabestaande heeft grote kans dat hij of zij vastloopt."

'Iemand verliezen bij een ongeluk is traumatisch'

Naar schatting gebeurt dat vastlopen bij een verkeersongeval bij één op de twee nabestaanden. Dat kan op verschillende manieren verklaard worden. Lenferink: "Iemand op die manier verliezen is traumatisch en tegennatuurlijk, vooral als het je kind of een geliefde betreft. Het kan zijn dat voor mensen de pijn te groot is, dat ze het niet onder ogen willen komen, de plek van het ongeval mijden, of kampen met gedachten als: de wereld is geen veilige plek meer voor mij. Of: mijn leven is zinloos sinds het verlies. Dat soort factoren spelen een grotere rol."
Universitair docent Lonneke Lenferink.
Universitair docent Lonneke Lenferink. © Klaas-Jelmer Sixma, StudioKLAES
Daardoor kunnen nabestaanden uiteindelijk een verstoorde rouwstoornis krijgen. Het gaat hierbij om rouwenden bij wie het intense verdriet langere tijd (lees: een halfjaar of jaar) aanhoudt, en bij wie het hun functioneren hindert. Het verlies gaat gepaard met bijvoorbeeld obsessieve gedachten en extreme somberte.
Er speelt nog een aantal andere factoren mee die de rouw na een ongeluk complex maken, zegt Lenferink. ‘Wat ik in mijn gesprekken met nabestaanden vaak hoor, is dat ze worstelen met hoe de media over hun geliefde schreven. Dat hun overleden kind misschien onvoorzichtig zou zijn geweest. Niet goed zou hebben uitgekeken bij het oversteken. En soms hebben nabestaanden het zelf zien gebeuren – dat is moeilijk van het netvlies te krijgen."

'Rechtszaak kan confronterend zijn'

Als er een veroorzaker is, dan kan er een rechtszaak komen. Ook dat kan volgens Lenferink confronterend zijn. "Voor sommige mensen is het helend, zorgt het voor genoegdoening, maar het kan ook zo zijn dat het secundaire traumatisering in de hand werkt: mensen horen opnieuw de verhalen, zien misschien wel dat de veroorzaker geen berouw heeft – waarna wraakgevoelens in de weg kunnen gaan zitten in het rouwproces."
Bovendien kan het ook zijn dat de gemeente of provincie een rol heeft gespeeld in het wel of juist niet veilig maken van de weg. "Dat zijn mensen die je, als nabestaande, in je directe omgeving tegen kan komen."
Vooral in kleine gemeenschappen kan het soms beklemmend voelen dat iedereen weet van het ongeluk. "Soms is het troostend dat er collectief mooie dingen ontstaan als bermmonumentjes en bloemenzeeën. Maar de andere kant van de medaille is dat het voor mensen moeilijker wordt om in de anonimiteit te rouwen en het op hun eigen manier te doen." Máár, zegt Lenferink: "Ook deze mensen zijn vaak in staat uiteindelijk hun leven weer op te pakken."

'Je kunt weer genieten, ook zonder professionele hulp'

Je zou haar daarom ook nooit horen zeggen: iedereen moet praten met een therapeut. "We weten uit onderzoek dat dat kan helpen, maar dat mensen ook zonder professionele hulp weer kunnen leren genieten, ondanks de pijn, ondanks dat je ineens overvallen kan worden door verdriet, dat uitvaartliedje, of dat je ineens schrikt als een bepaalde auto voorbij rijdt."
Ritme in de dag brengen en structuur hebben is belangrijk. Rust nemen. Het huishouden op orde krijgen. De deur uitgaan, proberen te werken, voor jezelf zorgen, voor anderen zorgen, familie en vrienden opzoeken, bewegen. "Dat is een ongelooflijk grote opgave en gaat niet vanzelf. Vooral in het begin kan boodschappen doen al voelen als een marathon", zegt Lenferink.
"Het verdriet verdwijnt ook niet, maar het wordt draagbaarder. In mijn onderzoeken heb ik heel veel ellende voorbij zien komen, maar het was vooral de veerkracht van mensen die me deed verbazen."