Noord-Veluwe

Esther verloor haar zoon bij ongeluk: 'Hij gaf me iedere dag een kusje'

Randy op zijn motor.
Randy op zijn motor. © Privéfoto
PUTTEN - Het is zeven jaar geleden dat de 17-jarige Randy omkwam bij een ongeluk op de N303 in Putten. "Ik ga door omdat ik niet anders kan", zegt moeder Esther.
Hij was dan al wel 17, maar, eigenlijk was hij gewoon een jochie, zegt Esther Gerritsen over haar zoon Randy. Een jochie dat van uitgaan hield, niet van school hield maar wel braaf ging, veel bij zijn vrienden was, en zijn moeder de allerliefste van de wereld vond.
"Dat is het belangrijkste, toch?" Esther glimlacht. "Als hij zijn moeder maar lief vindt."
Hij hield van uitgaan en ging dan vaak op de fiets van Putten naar Ermelo, naar Dok48. Zo ook die avond in januari, nu zeven jaar geleden. "Veel plezier", zei Esther, kan ze zich nog herinneren, en ook ‘doe voorzichtig’ – want dat zég je dus, als moeder. Knuffel, kus, ja, doeidoei. "Ik was soms wel bang dat er iets met hem zou gebeuren. Een soort voorgevoel. Heel gek, met mijn andere zoon, die vier jaar jonger is, heb ik het niet."

Randy stak zomaar over

Randy rijdt weg bij de keet in Putten, waar ze in dronken, een vriendinnetje zat bij hem achterop. En toen stak hij de N303 over. Zomaar. Waarom? Esther weet het niet. De politie kon het niet vertellen, ook na onderzoek bleef die vraag onbeantwoord.
"Maar hij heeft het gedaan", zegt ze. "En hij heeft dat niet overleefd." Er kwam op dat moment een automobilist aan die niet meer kon uitwijken. De klap was hard, Randy was – zo bleek achteraf – op slag dood. Ook de vriendin die achterop zat, kwam door de botsing om het leven.
Drie kwartier later wordt Esther wakker gemaakt door haar man. Ze trekt haar badjas aan, stommelt de trap af, verward – wat is hier aan de hand? Er staan agenten in de woonkamer en die vertellen wat ze nooit had willen horen, wat nooit had mogen gebeuren. "Dan is je zoon dood. En weet je, ik kon niet echt huilen. Ik was helemaal van de wereld. En ik dacht alleen maar: ik heb gefaald, ik heb gefaald. Ik had hem moeten beschermen, ik had daar moeten zijn, want ik ben zijn moeder, en als moeder heb je overal een oplossing voor."

Een stortvloed aan tranen

Dit keer was de oplossing er niet. Naar het ziekenhuis, haar zoon, in een blauw ziekenhuisjasje, op een stalen bed, ongeloof, en toch ook: harde werkelijkheid. Een uitvaart regelen, condoleancekaarten, een zee van bloemen en kaarsen in de berm van de N303, geen enkele weggebruiker kon er meer omheen, een stortvloed aan liefde over de vloer in hun huis, een stortvloed aan tranen – ze heeft nog nooit zo veel tranen bij elkaar gezien als toen, die week dat Putten rouwde om haar zoon. "Vanaf moment één is het een film geweest die maar niet ophield."
"Hij gaf me iedere dag een kusje. Hij was ondeugend. En een beetje lui, hij lag het liefst de hele dag in bed, want ja, 17 hè." Er werd hardcore muziek op de uitvaart gedraaid. En het liedje One Word, van Anouk. "En dan ga je naar huis en heb je niets", zegt Esther.

'Alles lag overhoop'

"Alles lag overhoop", zegt ze. Ze sliep niet, haar lijf deed zeer, de gedachten in haar hoofd bleven maar ratelen. "Ik weet niet hoe ik die eerste weken ben doorgekomen. Ik weet het echt niet. Mensen zeiden soms: ‘Je moet gaan rusten’. En dan zei ik: ‘Hoe dan, mijn kind is dood?’" Het slijt – ze kan weer beter slapen, ze kan weer lachen, ze krijgt weer eten door haar keel – maar het slijt ook niet. Ze mist de kusjes. Die ondeugende blik. Zelfs het aansporen, Randy, kom op, bed uit, bank af, naar je werk, naar school.
De urn van Randy staat in de woonkamer, thuis, waar hij hoort, zegt Esther. Ze bezoekt af en toe het bermmonumentje dat voor Randy is opgericht door een goede vriend, ze vindt er troost, in de lente komen er bloemetjes uit, een kring van kleur om Randy’s gedenkplek heen. Ze is er met zijn verjaardag, met zijn sterfdag, met kerst, met Moederdag. De dagen die ‘meer pijn doen dan anders’.
"Het leven is niet leuk meer als je zoiets onnatuurlijks meemaakt", zegt ze. "Maar ik heb nog een zoon. Voor hem moet ik door. Mijn hart is gebroken, maar mijn zoon is het waard er iets van te maken. Ik wil dat hij kan zeggen, later, dat hij, ondanks het verlies, een normale jeugd heeft gehad. Voor Randy kon ik niets meer oplossen, maar voor hem nog wel."
Beluister onze podcast '80 kilometer per uur'