Rijk van Nijmegen
Groeiende gekkies; deze planten staan ook op rare plekken

NIJMEGEN - De gevlekte scheerling is bezig is aan een opmars in Gelderland. Vrees is er niet, omdat de giftige plant alleen in de middenberm van de snelweg voorkomt. Die komt niet zo snel in een boeket dus. Maar ook andere planten groeien op gekke plekken. We zetten ze op een rij.
Allereerst was er laatst al aandacht voor raapzaad, de goudgele bloem die rijkelijk langs de snelweg groeit. De bloem doet het namelijk goed in grond waarin veel wordt gewroet. En langs de snelweg wordt nog wel eens kabel getrokken of belandt een auto in de berm. Maar er zijn dus meer planten die goed aarden op vreemde bodem, vertelt plantendeskundige Stef van Walsum van de natuurorganisatie FLORON uit Nijmegen.
Buntgras en heidespurrie
"Ik moet meteen denken aan buntgras en heidespurrie", legt Van Walsum uit. "De plek waar het groeit is misschien niet opvallend, maar wel bijzonder. Deze planten doen het namelijk heel goed op het stuifzand, zoals we dat op de Hoge Veluwe hebben. Het zand is erg droog en er zijn weinig voedingsstoffen. Toch weten deze planten het te redden."

"De heidespurrie bloeit zelfs in het voorjaar. Dan zie je van die kleine bloemen. Die zijn net zo groot als een muntstuk van 50 cent. Dat bloeien gebeurt heel vroeg in het voorjaar, als er nog wat vocht is. Later in de zomer is het te droog. Dan is de plant al uitgebloeid."

Mosbloempje
Ook het mosbloempje komt voor op opvallende plekken. "Deze soort komt uit Zuid-Europa", vervolgt de deskundige. "En hij wordt meegenomen door vakantiegangers. Zaden van het plantje hechten zich aan autobanden. Maar ook aan tentdoeken. Zo nemen Nederlanders ze mee naar huis. Daarbij doet de plant het goed op open, droge plekken. En daarom zie je ze veel op campings. Vooral daar waar de tenten staan. Een grasveld heeft dan ineens van de opvallende rode bloempjes."

Bezemkruiskruid
"Ook het Bezemskruiskruid is een opvallende plant. We denken dat de soort ooit meegenomen is uit Zuid-Afrika door transport van wol. Het wol werd toen in de rivier gewassen voor de industrie. Hierdoor kwamen de zaden in het water terecht. Nu zie je deze gele bloem in het hele land. Vooral bij het water waar de grond wat natter is, maar ook bij bijvoorbeeld spoorwegen.
