Liemers / Arnhem en omstreken
Doodgereden Lars elk jaar herdacht door familie en vrienden

GIESBEEK - Lars aan de Meulen uit Giesbeek is voor altijd twintig. Op 12 november 2016 kwam aan zijn leven een einde na een tragisch ongeluk in Duiven. Een boom in Duiven is stille getuige en ook de plek waar familie en vrienden elk jaar samenkomen. "De doden zijn pas echt dood als je ze vergeten bent."
Lars was op de fiets naar een feestje geweest en was in de vroege ochtend van die novemberdag onderweg naar huis. Op een beruchte kruising in Duiven reed om 05.30 uur een 27-jarige automobilist uit Duiven door rood. Hij had gedronken, bleek later. De man kreeg een celstraf van 3,5 jaar en 5 jaar rij-ontzegging.
Een boom bij de kruising Oostsingel en de Broekstraat is de stille getuige van het ongeluk dat levensgenieter Lars aan de Meulen het leven kostte. Familie en vrienden hebben er een monumentje voor hem opgericht en elk jaar komen ze samen om Lars te herdenken.
“We staan op 12 november op het moment van het ongeluk, rond halfzes, altijd bij de boom. Ik had die drang na een jaar heel sterk", zegt Anita, Lars' moeder. "Ik heb dat mijn man Leon verteld en Tessa (zus van Lars, red.), en die zeiden: dan willen we er ook graag bij zijn. En toen zeiden zijn vrienden: dan willen wij er ook graag bij zijn.”
En bij elke herdenking gaat een kratje bier mee, gaat Anita verder: "Ze gaan in een kring staan en op hét moment gaan de beugels open. Dat vind ik een heel mooi moment. En dan praten we en elke keer komt er wat nieuws naar boven dat ik nog niet wist.”

Monument als rustpunt
Vader Leon noemt het monument een 'rustpunt'. “Als je het nodig hebt, dan kun je daar naartoe gaan. We zijn niet gelovig. Maar dan praat ik zelfs met hem. Dat geeft je gewoon rust.”
Kijk hier naar een documentaire over het bermmonumentje van Lars aan de Meulen.
Hij wilde eerst niet geloven wat die ochtend was gebeurd, toen agenten aan de deur kwamen en zeiden dat hij en zijn vrouw naar het ziekenhuis moesten. "Mijn eerste gedachte was: wat heeft-ie uitgevreten?” Anita was met haar hoofd veel verder. “Ik had meteen het gevoel dat ik mijn kind kwijt zou zijn.”
Fabrice en Thomas behoorden tot de hechte vriendengroep rond Lars. “Als Lars een leuk idee had", zegt Fabrice, "dan deden we het ook met z'n allen. Als je het maximale uit je avond wilde halen, moest hij er echt wel bij zijn. Ik heb hem nooit gezegd dat hij mijn beste vriend was. Ik denk dat hij dat wel wist.”
In het begin was er woede, natuurlijk. Dat kun je niet uitzetten
Thomas over de klap van Lars' overlijden: “In het begin was er woede, natuurlijk. Dat kun je niet uitzetten. Daar kun je niets anders mee dan voelen. Je bent boos op wat er gebeurd is, hoe het gebeurd is, waarom het gebeurd is. Kun je er iets aan doen? Nee, je leert accepteren dat het gebeurd is, dat kan eigenlijk alleen maar door de steun die we elkaar geven.” Fabrice: “Je moet even stilstaan bij wat is gebeurd. Een vriend van mij zei vroeger altijd: de doden zijn pas echt dood als je ze vergeten bent.”
Voor Thomas is het monument bij de boom die alles zag een houvast. “Vooral in het begin. Een plek waar je naartoe kan. Waar Lars nog is.”
'De kantine zat stampvol'
Lars keepte bij GSV '38 in Giesbeek, de club waar zijn vader nog altijd rondloopt. Als technische man bij het tweede. Bij de voetbalclub sloeg het nieuws van Lars' dood in als een bom. “We hebben al onze activiteiten stilgelegd voor dat hele weekend”, zegt voorzitter Roel Greutink. “We besloten de volgende ochtend de kantine open te doen."
Leon weet nog wat hij zag toen hij die middag binnenkwam bij GSV. “De hele kantine zat stampvol. Vanaf dat moment dat je binnenkomt, is er een stilte, de weg wordt vrijgemaakt voor ons, de voorzitter wijst ons een tafel waar we rustig kunnen zitten en vanaf dat moment is die warme deken over ons heen gekomen. Dat was voor mij het begin van het rouwproces.”

Worstelen met gevoelens
De ouders van Lars aan de Meulen worstelen na jaren nog steeds met gevoelens. “Alcohol in het verkeer. Waarom is mijn kind, ons kind gedood?”, verwoordt Leon zijn boosheid en onmacht. “Hij is er niet meer, dat weet je. Je hersenen weten dat, maar je gevoel zegt wat anders. Hij kan niet weg zijn.”
Anita mijdt sinds de dood van haar zoon bij Duiven vaak de kruising. “De richting zoals de dader gereden heeft, dat kan ik nog steeds niet. Daar rijd ik al vijf jaar voor om.”
“Er in blijven hangen heeft geen zin, dan kom je niet verder”, zegt Thomas. “Dat had ik snel door. En dan kom je bij Lars' mantra uit: 'leef zoals het je laatste dag is', dat deed hij elke dag. Niet dat hij roekeloos was, maar wat heeft het voor zin om dingen uit te stellen, wat heeft het voor zin om stil te zitten. Lars leefde!”
Ook Fabrice voelde de warmte van de vriendengroep. “Ondanks dat het zo tragisch is, krijg je er iets moois voor terug.”