Gelderland genuanceerder over de wolf dan het lijkt

De situatie dreigt te escaleren, menen ze. Hoewel in het debat vaak vooral de uitersten aan bod komen, is het niet zo dat we in Gelderland massaal van de wolf af willen. Dat blijkt uit een analyse van de antwoorden die Kieskompas ontving op vragen over de wolf.

In aanloop naar de verkiezingen legde Kieskompas samen met Omroep Gelderland, voorafgaand aan de verkiezingen, de volgende stelling voor: 'In Gelderland is geen ruimte voor de wolf'. Bijna 270 duizend Gelderlanders reageerden op die vraag.

In totaal gaf 44 procent van de ondervraagden aan dat er wat hen betreft geen ruimte is voor wolven in Gelderland. Ruim 38 procent is het juist niet met die stelling eens. Daarnaast staat bijna 16 procent van de Gelderlanders er neutraal in. Een behoorlijk gevarieerd beeld dus.

Woensdag debatteren de Provinciale Staten over de wolf. Op verzoek dus van de BBB. Het dier is een beschermde diersoort en daardoor mag er eigenlijk weinig. Toch denkt de BBB dat er in de Europese wetgeving ruimte is en vindt de partij dat de provincie afschot mogelijk moet maken als een wolf landbouwdieren of hobbydieren heeft aangevallen. “Verjagen heeft geen zin. De wolf moeten we vangen en ergens anders in Europa uitzetten of afschieten. Het gaat echt te ver nu, wij vrezen dat het snel escaleert”, stelde fractievoorzitter Rik Loeters eerder.

Hij doelt op de aanval in Renkum waar een wolf in twee nachten 21 dieren doodde. Ondanks de aanwezigheid van een wolfwerend hek, maar volgens de provincie was dat hek niet volledig goed geplaatst.

SP'er Eric van Kaathoven vindt dat de provincie meer ondersteuning moet bieden bij het plaatsen van een wolfwerend hek. "Dat goed plaatsen is echt wel uitdagend." Voorafgaand aan het debat van woensdag vroeg Van Kaathoven om toelichting bij de Zoogdiervereniging. "Het is goed om de experts te raadplegen en te horen of dit probleem gaat groeien. Mijn beeld is nu dat er vooral heel veel voorkomen kan worden met goede maatregelen."

Volgens hem zijn de regels helder: de wolf is beschermd. "We moeten leren leven met de wolf, maar er moet echt wel een tandje bij om incidenten - bijvoorbeeld met schapen - te voorkomen. De subsidies voor de hekken moeten breder worden ingezet, er moet meer worden gedaan aan ondersteuning bij het plaatsen van zo'n hek en er moet meer worden ingezet op voorlichting."

Volgens milieufilosoof Martin Drenthen van de Radboud Universiteit is het debat rond de wolf enorm geëscaleerd.. "Het is bijna niet bij te houden." De wolf is in zijn ogen symbool geworden van een dreiging die van buitenaf komt. Een symbool van scherpe tegenstellingen. "We kunnen heel hard roepen dat we de wolf willen afschieten, maar al zouden we dat hier in Nederland willen, dan mag dat niet eens volgens Europees recht. En al zou het wel mogen, dan werkt het alleen als je hem in heel Europa uit zou gaan proberen te roeien." Volgens Drenthen wordt het daardoor een heel voorspelbaar debat. "Maar ondertussen wordt de stemming wel bepaald."

Drenthen ziet dat door de polarisatie mensen hun hakken steeds vaster in het zand zetten. "Het debat wordt altijd overstemd door de hele felle voorstanders en de hele felle tegenstanders, maar de groep daartussen in, de meerderheid die er genuanceerd in staat, die hoor je nooit. Ook omdat je in de media veel ziet dat er dan in een poll naar een mening wordt gevraagd. Dan is het maar net welke groep zijn achterban het best weet te mobiliseren, waarmee de uitkomst bepaald wordt. Dat is geen representatief beeld." De Nijmeegse hoofddocent denkt dat er maar één 'oplossing' is om verdere escalatie te voorkomen. "Naar elkaar luisteren en zoeken naar echt pragmatische oplossingen. Alleen dan kom je verder."