Gelderse Vallei / Noord-Veluwe
Jits (85) zat als kind ondergedoken in een hol in het bos en krijgt een tentoonstelling

BENNEKOM - De inmiddels 85-jarige Jits van Straten uit Bennekom zat in de Tweede Wereldoorlog samen met zijn vader ondergedoken in een hol op de Veluwe. Zijn unieke verhaal staat vanaf komend weekend centraal op een tentoonstelling in het Bouwhuis naast Kasteel Cannenburch in Vaassen.
Vorig jaar mei werd het onderduikershol waarin de kleine Jits en zijn vader verbleven, teruggevonden en opgegraven. Daar was Van Straten 78 jaar later zelf bij aanwezig. Er werden onder meer resten van een carbidlamp, een scheermes en enkele bladzijden van een boek gevonden in het hol.
Het boek bleek Jules Vernes avonturenroman De strijd tussen Noord en Zuid. "Ik weet niet of mijn vader mij dat heeft voorgelezen, want daar heb ik geen herinneringen aan. Maar via een boekenwinkel heb ik het boek gekocht, dezelfde versie uit 1919. Ook al is het een kinderboek, ik vond het zo spannend dat ik ook meteen het tweede deel heb besteld", vertelt hij.
Niet eng
Van Straten heeft weinig herinneringen aan de tijd dat hij verscholen zat in de bossen. "Veel dingen herinner ik me niet. Ik herinner me dat mijn vader een adder doodmaakte. Ook herinner ik me een ham die er hing. Dat was natuurlijk niet typisch Joods, maar goed. Ik wist wel dat we gevaar liepen, maar ik kan me niet herinneren dat ik het eng vond. Ik weet wel dat we naar een andere familie wandelden, die ook ondergedoken zat in de buurt."
De oorlog liep voor vrijwel al Jits' familieleden slecht af. "Ik ben zowat iedereen kwijtgeraakt. Mijn vader is verraden, maar toen was ik al weg uit het hol. Hij is via Amersfoort in concentratiekamp Neuengamme terechtgekomen. Mijn moeder is in Auschwitz gestorven. Alleen één neefje heeft de oorlog overleefd."
Toch ziet de 85-jarige Jits zichzelf zeker niet als een slachtoffer. "Het klinkt misschien stom, maar ik hou mij niet bezig met de Tweede Wereldoorlog", zegt hij. Alleen voor de opgravingen en de tentoonstelling maakt hij graag een uitzondering.
"Mijn kinderen en kleinkinderen gaan ook naar de tentoonstelling toe. Ik denk dat het goed is dat mensen zien hoe het was. Ik denk dat het heel belangrijk is dat jongeren naar de tentoonstelling komen. Vooral die gasten die denken dat de Tweede Wereldoorlog maar flauwekul was. Ik weet niet of het veel helpt, maar alle beetjes helpen."