Achterhoek
Megchelen staat stil bij slachtoffers dwangarbeiderskamp Rees

MEGCHELEN/REES - Inwoners van Megchelen en nabestaanden stonden deze zondag stil bij de slachtoffers van dwangarbeiderskamp Rees, net over de grens in Duitsland. Vanuit het Achterhoekse dorp liepen mensen precies dezelfde tocht die de wanhopige dwangarbeiders aan het einde van de oorlog ook liepen, toen ze vluchtten uit het beruchte kamp. Inwoners van Megchelen vingen de arbeiders op.
Tijdens de herdenkingstocht vond er een pauze plaats bij het monument. Zo'n 25 mensen liepen mee, onder wie Arend-Jan Disberg uit Apeldoorn. Zijn vader overleefde het gruwelijke kamp. "Wat mijn vader heeft meegemaakt, is gruwelijk geweest. Hij is geslagen met stokken en kreeg dagen geen eten."
Band tussen Megchelen en Rees
In het dwangarbeiderskamp in het Duitse Rees zaten Nederlandse gevangenen, onder wie mannen die betrokken waren bij de razzia in Apeldoorn. Ze moesten zwaar werk verrichten, waaronder graafwerkzaamheden, en hun leefsituatie was erg slecht. Er was weinig voedsel en ze hadden amper kleding om zichzelf warm te houden.
Toen in Megchelen, dat aan drie zijden omringd wordt door Duitse grondgebied, de eerste gevluchte arbeiders uit Rees werden opgevangen, kwam een spontane hulpactie op touw. Vrijwel de gehele bevolking van Megchelen hielp mee. De ernstig verzwakte mannen werden opgevangen in de dorpsschool, die was ingericht als een illegaal noodhospitaal. Hierdoor zijn Megchelen en Rees sinds de Tweede Wereldoorlog nauw met elkaar verbonden.