Arnhem en omstreken / Achterhoek

Waarom Gelderse gemeenten worstelen met misdaadbestrijding

Inval bij sekspoppenwinkel 'House of dolls', in Doetinchem, februari 2023.
Inval bij sekspoppenwinkel 'House of dolls', in Doetinchem, februari 2023.
ARNHEM - Kleine en middelgrote gemeenten in de Gelderse regio worstelen met misdaadbestrijding. Dat blijkt uit een rondvraag door Omroep Gelderland naar ervaringen met de anti-misdaadwet Bibob. Er is gebrek aan mankracht en expertise om die wet uit te voeren. Experts waarschuwen dat georganiseerde misdaad zich daardoor makkelijker in de kleinere gemeenten kan nestelen.
Misdaad beperkt zich tegenwoordig niet tot de grote steden. Ook op het platteland zijn criminelen volop actief. In de provincie Gelderland is het regelmatig raak, met politie-invallen bij boerderijen, bedrijfsloodsen en dorpscafés.
Vaak gaat het daarbij om arrestaties bij ondernemers. Om crimineel gedrag binnen ondernemingen tegen te gaan is er de Wet Bibob. Gemeenten kunnen hiermee ondernemers toetsen op een crimineel verleden of criminele banden. Bij een rode vlag kan een vergunning worden afgenomen of niet worden verleend.
Maar hoe functioneert die Wet Bibob in de praktijk? Is het middel sterk genoeg? Hoe ervaren degenen die aan de knoppen draaien het zelf? Dat is wat Omroep Gelderland onderzocht door vragenlijsten op te sturen naar alle Gelderse gemeenten.
Na deze rondvraag blijkt dat die gemeenten de Wet Bibob zien als ‘een van de belangrijkste middelen om criminaliteit tegen te gaan’. Aan de hand van deze wetgeving kan het lokaal bestuur startende ondernemers screenen op integriteit, zo wordt over de hele breedte beaamd door de 24 gemeenten die de vragenlijst terugstuurden.
In deze reportage zie je de belangrijkste bevindingen van het onderzoek en de reacties:
Criminelen hebben het platteland in het vizier

‘Wel de taken, niet de knaken’

Maar er zijn ook knelpunten. Vooral kleine- en middelgrote Gelderse gemeenten 'klagen' over te hoog gespannen verwachtingen, capaciteitsproblemen en gebrek aan kennis en expertise om de wet goed uit te voeren.
In veel gevallen is het een centenkwestie. Of zoals burgemeester Bouwman van Doetinchem het zegt: "Wij hebben hier niet het aantal fte's (arbeidsplaatsen - red.) als een stad als Nijmegen of Arnhem. Wij moeten keuzes maken. Vandaag wel de ondermijning aanpakken? Of het geld aan iets anders besteden?"
Burgemeester Van Grootheest van Culemborg wijst op de ligging, in de schaduw van Utrecht. "Wij hebben hier niet dezelfde budgetten, maar wel dezelfde criminele problemen. Het is echt zorgwekkend dat gemeenten steeds meer taken krijgen, maar niet de knaken die daar bij horen."
‘Tien procent komt niet door de toetsing'
gemeente Nijmegen
Van ‘de grote vier’ zijn Arnhem, Nijmegen en Ede ronduit positief over de anti-misdaadwet. Alleen Apeldoorn antwoordt soms goede en soms minder goede ervaringen te hebben. Nijmegen stelt dat een op de tien aanvragers van een vergunning de Bibob-toetsing niet haalt. De wet heeft zo ‘een sterke preventieve werking aan de voorkant’.

Tweespalt

Hoe moeten we deze tweespalt tussen stad en regio zien? We vroegen bijzonder hoogleraar Strafrecht Miranda de Meijer van de Universiteit van Amsterdam te kijken naar alle antwoorden van de enquête.
Ze stelt: "Dat de gemeenten het zien als een waardevol instrument is natuurlijk positief nieuws. Dat betekent dat de wetgever ook goed heeft geluisterd naar de burgemeesters, wat zij nodig hebben in de taken waar zij zich voor gesteld zien staan."
"Maar tegelijkertijd is het wel zorgelijk dat er knelpunten zijn. Doordat kleinere gemeenten problemen ervaren en de wet niet goed kunnen uitvoeren, is het mogelijk dat de georganiseerde criminaliteit zich daar makkelijker nestelt. Dus dat die makkelijker door de mazen van de wet heen komt en wel een vergunning krijgt."

Waterbed-effect

Ook de veronderstelde preventieve werking heeft een schaduwzijde. Iets dat in overheidsjargon 'het waterbed-effect' wordt genoemd. De Meijer: "In meerdere wetenschappelijke onderzoeken zien we dat er sprake is van een verschuiving van de criminaliteit van grotere steden - waar de misdaadaanpak goed aanslaat - naar kleinere gemeenten."
Ook volgens de Utrechtse strafrechtdocent Benny van der Vorm - die onderzoek deed naar de Wet Bibob - is de klacht zoals die via kleinere gemeenten in de beantwoording naar voren komt een ernstige zaak. "Het is in de uitvoering een hele ingewikkelde wet. Gemeenten hoeven de wet niet per se toe te passen. Maar als bepaalde gemeenten er niet voor kiezen, door gebrek aan capaciteit, dan kan dat erg zijn. Dan worden misschien vergunningen verleend aan personen en bedrijven die daar mogelijk misbruik van maken."
Volgens Van der Vorm is er nog een wereld te winnen met goede voorlichting. "Gebrek aan geld mag geen excuus zijn. Er zijn de nodige geldpotjes vrijgemaakt om de Wet Bibob goed toe te passen."