Rijk van Nijmegen / Rivierengebied
Boer schiet bever te hulp: 'Niet elke bever is een probleembever'

GROESBEEK - De bever zou wel eens een hele goede bondgenoot van de boer kunnen worden in de strijd tegen de verdroging waaronder ook agrariërs gebukt gaan. Per toeval werd dat ontdekt in Groesbeek.
Voedselbosboer Wouter van Eck schrok zich een hoedje toen een paar jaar geleden een beverfamilie naar zijn Ketelbroek - een bos vol eetbare bomen - kwam zwemmen. Ze bouwden een dam, een burcht en ondertussen las Van Eck hoe niet ver bij hem vandaan bevers drie rijen met appelbomen hadden om geknaagd op het land van een onfortuinlijke fruitteler.
De bever zou wel eens een hele goede bondgenoot in de strijd tegen verdroging kunnen zijn
Maar in Groesbeek was er sprake van geluk. Aan de randen van voedselbos Ketelbroek was een strook van enkele meters vrijgehouden voor natuur. Daar groeien bijvoorbeeld wilgen, elzen en populieren. Dat vinden bevers hartstikke lekker en daardoor lieten ze de andere bomen in het voedselbos met rust. Tot grote opluchting van Van Eck.
Bevervriendelijke beverbuffers
Het bracht hem op het idee dat je dat overal zou kunnen doen: bevervriendelijke beverbuffers. Daarmee lok je ze naar plaatsen waar je ze wel wilt hebben en houd je ze weg op plekken waar je ze kunt missen als kiespijn. Gaandeweg kwamen ze er in voedselbos Ketelbroek zelfs achter dat de beschermde bever geen bedreiging bleek, maar juist een vriend.
Door de dam die de bevers bouwden, bleef het waterpeil namelijk hoger staan dan anders het geval was geweest. Dat was een prachtig cadeau in de gortdroge zomers die we tegenwoordig ondergaan. En als het waterpeil te hoog wordt omdat die bevers maar door blijven bouwen aan de dam haalde de voedselbosboer gewoon een paar takken weg. De overijverig bouwende bever legt er dan wel weer nieuwe takken voor terug. "En zo houd je mekaar een beetje bezig", lacht Van Eck.
Niet elke bever is een probleembever
Vrees voor dijkdoorbraken
Bij het waterschap weten ze ook maar al te goed dat het rivierenland een walhalla is voor de bever. Waterschap Rivierenland sloeg onlangs alarm over het snelgroeiend aantal bevers in Nederland. De dieren veroorzaken een toenemend risico op dijkdoorbraken. Ze graven steeds meer holen en gangen op plekken waar dat gevaarlijk is. De dieren zijn dus óók een bedreiging.
"Maar niet elke bever is een probleembever", nuanceert Femke Arts-Geerts dat. Ze is bevermanager voor het waterschap. "Maar wij staan natuurlijk ook voor de veiligheid. Op een aantal plekken brengt hij risico’s met zich mee, die bever."
Van zes- naar tienduizend bevers
Volgens het waterschap wonen er nu zo’n 6000 bevers in ons land, waarvan 2000 in het rivierenland. De verwachting is dat hun aantal zal toenemen tot 10.000. Dus moet er nagedacht worden over hoe om te gaan met die forse toename. Medewerkers van de organisatie hebben de handen vol aan het beperken van de schade. Dat veel kost tijd en geld.
Met belangstelling luisterde bevermanager Femke Arts-Geerts dan ook naar de ideeën van de voedselbosboer uit Groesbeek. Van Eck ziet zelf ook dat er beperkingen aan zitten, maar is positief. "De bevers kunnen we het best zien als bondgenoten. Het kan misschien niet overal, en je wilt niet dat ze je gewassen opvreten. Maar door ze her en der in het landschap ruimte te bieden heb je er een bondgenoot bij voor de landbouwsector en voor watermanagement."
Bever blijkt prima bondgenoot