Rijk van Nijmegen

Lichtjes herinneren aan bombardement waarbij 800 mensen omkwamen

De kaarsen branden als herinnering.
De kaarsen branden als herinnering. © Omroep Gelderland
NIJMEGEN - Ledlampjes herinneren dinsdagavond aan het bombardement van Nijmegen op 22 februari 1944. Daarbij kwamen 800 mensen om.
Op 22 februari 1944 werd Nijmegen gebombardeerd door de geallieerden. Naast de honderden doden die daarbij vielen, raakten duizenden mensen gewond. Aan de vooravond van de officiële herdenking door de gemeente, vindt een bijzondere herdenking in het donker plaats. Bij die herdenking staat de brandgrens centraal die het deel van de binnenstad markeert dat door het bombardement werd verwoest.
Verwoestend bombardement op Nijmegen herdacht

Brandgrens met lampjes

Maarten de Wit zit namens het Comité 4 en 5 mei in de organisatie. Hij vertelt over de herdenking van dinsdagavond: "Zoals de meeste mensen wel een keer zal zijn opgevallen, zijn in het plaveisel op de brandgrens in de binnenstad 800 gedenkplaatjes geplaatst. Op ieder gedenkplaatjes staat de naam van een slachtoffer van het bombardement. Vanavond worden deze gedenkplaatjes met 800 ledlampjes verlicht."

Beelden van verwoesting en wederopbouw

Op zes plaatsen langs de route met de ledlampjes en bij het station staan grote beeldschermen. Op de ene kant staan afbeeldingen van hoe de stad er na het bombardement op die plek uitzag. En op de andere kant staan afbeeldingen hoe de wederopbouw op die plek heeft plaatsgevonden. De Nijmeegse bevolking wordt dinsdagavond om 18.55 uur door het luiden van de klokken van de Sint Stevenskerk uitgenodigd om tussen 19.00 en 21.00 uur langs deze lichtjes over de brandgrens te wandelen.

Kerstpakketten voor de verwoeste stad

Bij de herdenking wordt ook stilgestaan bij de nationale en internationale hulp die Nijmegen na de oorlog kreeg, vertelt De Wit. "Na de oorlog werd duidelijk hoe zwaar Nijmegen was getroffen. En Nijmegen kreeg massaal hulp van Nederlandse steden, zoals Aalsmeer en Haarlem. Die hebben glas voor winkelruiten en voor de kassen in Lent gegeven. Dat heette toen toepasselijk 'Ruiten Troef'."
Er werden op grote schaal praktische goederen ingezameld als bedden, matrassen en kachels ingezameld. Maar er werd ook op andere manieren hulp geboden, aldus De Wit. "In Amsterdam speelde Ajax benefietwedstrijden tegen NEC en Blauw Wit. Dan werd er gecollecteerd voor het zo zwaar getroffen Nijmegen. Zwolle gaf bijvoorbeeld 5000 kerstpakketten."
Volgens De Wit kwam er ook hulp uit het buitenland: "Engeland, Canada, Frankrijk. En de stad Albany heeft meer dan 300 ton hulpgoederen aan Nijmegen geboden. En die solidariteit was enorm en mag nooit vergeten worden."
Nijmegen probeert sindsdien wat terug te doen en ook een helpende hand te bieden, zegt hij: "Recent aan de vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan. En nu ook weer aan mensen die uit Oekraïne zijn gevlucht voor de oorlog."