Gelderse Vallei / Arnhem en omstreken

Waarom planten onderzoekers 42.300 boompjes op De Hoge Veluwe?

Bomen worden aangeplant in Het Nationale Park De Hoge Veluwe
Bomen worden aangeplant in Het Nationale Park De Hoge Veluwe © Omroep Gelderland
OTTERLO - Maar liefst 42.300 boompjes van zo'n 50 centimeter krijgen een plek in Nationaal Park De Hoge Veluwe. Onderzoekers bekijken of dit 'iniminiebos' bijdraagt aan herstel van de bosbodem. Want daarmee is het niet al te best gesteld, zeggen onderzoekers.
Door klimaatverandering en de neerslag van stikstof in het natuurgebied holde de bosbodem de afgelopen tijd flink achteruit. "De bodem raakt daardoor verzuurd en houdt bepaalde mineralen niet meer vast. Die zakken diep de grond in, zo diep dat planten er geen gebruik van kunnen maken", legt Annemieke Visser van het nationale park uit.
Daar moet verandering in komen, vinden bosbeheerders. De Wageningen Universiteit gaat het nieuwe bos vier jaar lang volgen. Er worden allerlei metingen verricht om te kijken of de maatregelen effect hebben. "Heeft die nieuwe grond effect op het leven in de bodem? Zo weten we straks als bosbeheerders wat we moeten doen om de bodem gezond te maken", vervolgt Visser.

Verschillende behandelingen

Voor het onderzoek worden op de Hoge Veluwe 432 vakken gemaakt met elk honderd bomen. Het gaat om verschillende soorten, zoals de hazelaar, wintereik, berk en ratelpopulier. "Op elk vak passen we een andere behandeling toe, zo kunnen we aan het eind van het onderzoek zien hoe de bomen reageren en welke behandeling het beste werkt", vertelt onderzoeker Sam Bielen. Hij is namens het Nederlands Instituut voor Ecologie betrokken.
In sommige vakken wordt bodemmengsel of steenmeel toegevoegd om te onderzoeken of dat effect heeft op de bodem. Bodemmengsel is een hoop gezonde bosbodem die naar het nationale park wordt gebracht en wordt toegevoegd aan de huidige bodem. "Dat gaat echt een boost geven aan de biodiversiteit", verwacht Bielen.
Steenmeel heeft een hoog kalkgehalte en is afkomstig uit Noorwegen. Het is een restproduct uit steengroeven. Door het hoge kalkgehalte wordt de bodem minder zuur. Daarnaast zitten die mineralen die dieper zaken in de bodem door de verzuring óók in het steenmeel. "Het is dus tweedelig", zegt Visser. "Het mooie van dat steenmeel is dat het verweerd. Het breekt af en dan komen mineralen beetje bij beetje beschikbaar. Het werkt dus voor langere tijd."