Arnhem en omstreken
Waarom een brand in een oud pand zo lastig te blussen is

ARNHEM - Bewoners van de Arnhemse wijk Sint Marten schrokken dinsdag in alle vroegte wakker van een grote brand in een huis aan de De Wiltstraat. Na zeven uur blussen had de brandweer het vuur pas onder controle. Het ging om een oud pand in een oude wijk, waardoor de brand volgens een woordvoerder van de Veiligheidsregio moeilijk te bestrijden was. Waarom is dat zo?
Die vraag legden we neer bij IFE Nederland. IFE staat voor The Institution of Fire Engineers. Dit is de internationale beroepsvereniging voor onder meer brandweermannen en mensen die werken in de brandpreventie.
Oude panden, oude materialen
Marcel Lasker is voorzitter van IFE Nederland. Hij benadrukt dat hij niet direct betrokken is bij de brand in Arnhem. "Maar ik kan wel wat zeggen over stadsbranden in het algemeen", legt Lasker uit. "Ten eerste heb je vaak te maken met oude panden. Bij woningen uit bijvoorbeeld de jaren 30 wordt heel ander materiaal gebruikt. Ook is de isolatie minder en zijn er minder brandwerende voorzieningen."
"Vroeger werd veel minder gebruikgemaakt van beton en gipsplaten", vervolgt hij. "Er werd veel meer met hout gewerkt. Je kunt je wel voorstellen dat het een verschil maakt of je een brandende inventaris in een betonnen kamer hebt of in een houten kamer."
Volgens de voorzitter gebeurt het bij oudere panden eerder dat daken en vloeren instorten, omdat er veel meer hout in zit. Het vuur verspreidt zich dan sneller. Vroeger werd ook meer gebruikgemaakt van schrootjes en houten vloerdelen.
"Als er meer brandend materiaal is, ontwikkelt een brand zich sneller en breidt hij sneller uit." Een brand onder het dak is sowieso lastig, vanwege de dakpannen. "Die zijn er vooral om water buiten te houden en niet om het door te laten."
Meer voertuigen, meer mankracht
Maar ook andere factoren spelen een rol. "Deze branden zijn vaak in een dichtbebouwde omgeving. Door de jaren heen zijn brandweerwagens steeds groter geworden, de steegjes niet. De wegen zijn niet meegegroeid."
Het helpt niet mee dat alles dicht op elkaar is gebouwd. "In zo'n dichte omgeving is het sowieso lastig om bij het vuur te komen. Brandweerkorpsen trekken er bij stadsbranden dan ook vaak met meer voertuigen en mankracht op uit. Vanwege de extra uitdaging is daar veel aandacht voor."
Er is nog een aspect dat een rol kan spelen bij de tijd die de brandweer nodig heeft bij het blussen. "Het maakt uit of er nog mensen in een brandend gebouw zijn. Als er slachtoffers kunnen vallen, neemt de brandweer veel meer risico. Als er niemand in het pand is, wordt er veel minder risico genomen vanwege de veiligheid van de hulpdiensten. Dan kunnen de bluswerkzaamheden meer tijd in beslag nemen. Vergeet niet dat er nog altijd gemiddeld één brandweerman of -vrouw per jaar overlijdt bij een brand", zo besluit hij.