Stedendriehoek

Zo schoten Gelderse imkers Zeeland te hulp na de Watersnoodramp

Bijenvolken, kasten en korven werden gedoneerd.
Bijenvolken, kasten en korven werden gedoneerd. © Eigen foto
APELDOORN - Mede dankzij een hulpoperatie van Gelderse imkers werd Zeeland na de Watersnoodramp heropgebouwd. Zeeuwse bijenvolken spoelden zeventig jaar geleden weg en kasten werden kapotgeslagen door de zoute golfslag. Imkersvereniging Apeldoorn doneerde gul: “Zonder bijen geen bestuiving, dus geen leven”.
“Ik was verdrietig”, herinnert Leen van 't Leven zich van de ochtend van 1 februari 1953. De nacht ervoor had het water zijn bijenkast en -korf kapotgeslagen: twee bijenvolken waren dood. Leen was er juist zo trots op. Hij was 15 jaar oud en net begonnen met bijen houden.
Eén korf dobberde nog rond, ondersteboven in de tuin. Leen was even in jubelstemming: “Ik was blij dat één volk het gered had”.
Maar het verhaal kende een slechte afloop. Nadat Leen de Amerikanen hielp bij hun reddingsoperatie, werd hij geëvacueerd naar Apeldoorn. Bij terugkomst bleek ook zijn laatste volk dood. “Er was niets meer te halen voor de bijen. Het zoute water had alle planten vernietigd”, treurt Leen.
Zo beleefde Leen de Watersnoodramp
”Ik heb zoveel vernieling, schade en dode beesten gezien, dat ik vind dat ik er nog genadig vanaf gekomen ben. De ramp is mij niet overkomen, ik heb het beleefd. Ik stapte meteen uit bed en ben gaan helpen. Ons huis was overstroomd, maar mijn moeder was voorbereid. Toen de sirene ging, heeft ze de meest noodzakelijke spullen naar boven gedragen. Ik was uit huis en kon niet terugkomen want de stroming was te sterk. De volgende ochtend ben ik door een meter water naar huis gelopen en daar mijn ouders en zussen in goede gezondheid aangetroffen. Het is ons natuurlijk ook overkomen, maar we konden verder.”
In het hele land kwamen hulpacties op gang. Op 5 februari riep de toenmalige 'Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland' (VBBN) imkerverenigingen op om te doneren. Daar werd massaal gehoor aan gegeven, blijkt uit de archieven van Imkervereniging Apeldoorn.
Na Watersnoodramp zette Gelderse imkers massale hulpactie op

85 gulden

“Het was om stil van te worden zo spontaan, zonder maar enige discussie vooraf, wat ter beschikking wordt gesteld”, leest voorzitter Nolly Spijkerman-Verbeek voor uit de notulen van een ledenvergadering in februari 1953. “Zeven bevolkte kasten, zeven bevolkte korven, negentien lege kasten, vijf lege korven, imkermaterialen zoals was en wasvellen, en 85 gulden werden gedoneerd. Dat was in die tijd een behoorlijk bedrag.”
Netty en Wim van de Imkervereniging Apeldoorn-Ugchelen
Netty en Wim van de Imkervereniging Apeldoorn-Ugchelen © Omroep Gelderland
De donaties waren bestemd voor een imkervereniging in Kruiningen, op het Zeeuwse Zuid-Beveland. Het duurde nog een jaar voordat de spullen per brandweerwagen naar Zeeland werden gebracht, onder begeleiding van enkele bestuursleden. “Ze werden daar hartelijk ontvangen door de burgemeester.”

Nieuwe start

“Het was het begin van een nieuwe start. Zonder bijen geen bestuiving, dus geen leven”, blikt de voorzitter van de bijenvereniging terug. De vele hulpacties voor Zeeland gaven imker Leen van 't Leven 'een prettig gevoel': “Het idee dat we daar niet alleen waren. Dat we bij Nederland hoorden.”
Leen verhuisde naar Goeree-Overflakkee en maakte geen aanspraak op de Gelderse bijen. “Ik was de koning te rijk toen ik bijen van een oude sluiswachter kon overnemen. Zo ben ik weer begonnen. Sindsdien ben ik altijd met bijen bezig geweest.”