Bertus (84) maakt nog iedere dag klompen: 'Ga door tot ik niet meer kan'

Al zijn hele leven maakt Bertus klompen, zijn vader had een klompenmakerij. Het maken van de houten schoenen werd er dus met de paplepel in gegoten. Zijn vader leerde het vak weer van Bertus' grootvader, die ooit begon met een klompenmakerij in Almelo. Daar werden de klompen nog met de hand gemaakt.

"Ik heb geluk dat ik nog gezond ben, dat is het enige wat nog telt", zegt Bertus als hij met een enorme bijl een blok hout te lijf gaat. Hij vertelt zijn verhaal aan presentator Klaas Drupsteen. "Ik heb nooit ergens echt over nagedacht", vervolgt Bertus. "Ook niet over wat aan de andere kant van de wereld gebeurt. Ik ben bezig met mijn werk, met de mensen hier en met het bedrijf. Dat is mijn leven."

Piekeren heeft Bertus dus niet veel gedaan. Ook toen het slecht ging met de klompenindustrie, zag de 84-jarige altijd een uitweg. Is dat misschien het geheim? "Een Roesink redt zich altiet. Ik ga door totdat ik niet meer kan", zegt hij met trots.

Bertus streeft naar perfectie. Maar ook hij maakt nog wel eens een foutje in een klomp. "Ik ben er echt wel goed in. Al deed ik het bij mijn vader nooit écht goed. Dan hakte ik een blok waarbij ik een halve centimeter te veel zaagde, dat leverde dan een dubbeltje minder op. Het was eigenlijk nooit dat hij zei: het is top."

Toen vanaf 1970 de Zweedse muilen en de sneakers populair werden in Nederland, kreeg de klomp concurrentie. Jarenlang maakte Bertus 3000 paar klompen in de week, dat liep na twintig jaar steeds verder af. Inmiddels maken ze bij de Wilpsche Dijk geen klompen meer voor winkels. Het doel van Roessink en alle andere vrijwilligers is nu om het industrieel erfgoed te behouden.