Wespendief dwarsboomt nieuwe windmolens rond Veluwe

Geplande windparken bij Ermelo en Putten en Neder-Betuwe kunnen nog doorgaan, maar de zoektocht naar ruimte voor nog eens vijftien andere windmolens komt stil te liggen. "We zitten niet alleen met een klimaatcrisis, maar ook met een biodiversiteitscrisis. Het is een heel pijnlijk dilemma, maar het betekent dat we nu een aantal windmolens moeten loslaten", zegt gedeputeerde Jan van der Meer.

Hij benadrukt dat de vogels ook baat hebben bij het stoppen van klimaatverandering, maar de door hem zo gewenste windmolens komen door de wespendief flink onder druk te staan.

De stand van de roofvogel laat te wensen over. Er moeten in de zomer honderd broedparen op de Veluwe zijn, maar in de praktijk zijn er maar 94. De vogel kan zich te pletter vliegen tegen de windmolens. En dus moet de provincie inbinden.

Tegelijkertijd wil de provincie binnen acht jaar 55 procent minder CO2 uitstoten. De windmolens zijn belangrijk om die doelstelling te halen. "Het was al kantje boord, maar met dit verhaal wordt het nog een stuk lastiger", concludeert Van der Meer.

Van der Meer wil geen waterbedeffect om de doelen alsnog te halen. Bijvoorbeeld door de regio's die geen last hebben van de wespendief extra windmolens op te leggen. "Die hebben allemaal hun best gedaan met hun plannen en die moeten genoeg moeite om het allemaal voor elkaar te krijgen. We doen wel de oproep om te kijken of er toch niet iets extra's in het vat zit."

Op dit moment wordt gewerkt aan een detectiesysteem dat moet registreren wanneer de wespendief voorbij vliegt, maar het duurt waarschijnlijk nog wel dik twee jaar voor die klaar is voor gebruik. Tot die tijd hoopt de provincie op geld van het Rijk om de windmolens te compenseren. Die molens kunnen dan wel worden gebouwd, maar moeten stilstaan als de wespendief in juli en augustus voorbij kan vliegen.