Wethouder erkent fout met uitspraken dat discriminatieaffaire ambtenaren 'kop kostte'

"Vooral naar ambtenaren die het betreft. Ik had dit niet moeten zeggen", vervolgt de wethouder. Zonder omhaal en ruimhartig geeft Van de Geijn zijn fouten toe. Ook is hij na het beantwoorden van de raadsvragen over deze kwestie bereid uitgebreid de pers te woord te staan. Een opvallend verschil in openheid met zijn voorgangers: toen Jan van Dellen en Martien Louwers verantwoordelijk waren voor dit uiterst gevoelige dossier, weigerden beide wethouders structureel op persvragen in te gaan.

Toen Van de Geijn zijn uitspraken deed, zat hij bij een vertoning van een film over de toeslagenaffaire in het Focus Filmtheater. Hij zat daar niet met een specifieke rol en de vraag die hij kreeg vanuit het publiek over het discriminatierapport kwam voor hem dan ook onverwacht, legt hij uit.

De wethouder zegt zijn uitspraken te hebben gedaan, gebaseerd op het beeld dat hij als inwoner van Arnhem uit de media kreeg. Hij verwijt zichzelf dat hij zich daar niet goed vooraf door zijn ambtenaren over heeft laten informeren.

Zijn bewoordingen zouden in elk geval ongenuanceerd zijn geweest en 'onvoldoende recht doen aan de feitelijke gebeurtenissen'. Dat de gebeurtenissen rondom het Arnhemse discriminatierapport helemaal geen invloed hadden op het vertrek van de ambtenaren, wil Van de Geijn ook niet zeggen. Nadat het rapport dat discriminatie binnen het personeelsbeleid van de gemeente aantoonde tot een rel leidde omdat het werd achtergehouden, meldden beide directieleden zich ziek. Enkele maanden later werd hun dienstverband beëindigd.

Omroep Gelderland berichtte eerder onder meer op basis van meerdere bronnen dat 'er koppen moesten rollen'. Hoewel dit verhaal van meerdere kanten wordt bevestigd, moet juist het college als werkgever 'alle zorgvuldigheid betrachten' in uitspraken over ambtenaren, weet Van de Geijn. "Ik ben lang genoeg gemeentesecretaris geweest om te weten dat ik dit soort uitspraken niet moet doen", zegt de wethouder die eerder directielid was in de gemeenten Oldebroek en Renkum.

"Ik vind dit heel rot", trekt de wethouder het boetekleed verder aan. "Ik kan het nu niet meer veranderen. Ik kan alleen maar hopen dat het vooral de betrokkenen verder niet te veel ellende bezorgt." De voormalig concerndirecteur en gemeentesecretaris hebben al heel wat te verwerken gehad in deze kwestie, beseft Van de Geijn.

Dat ex-wethouder Jan van Dellen onlangs ook nog een duit in het zakje deed door onder meer te stellen dat de ambtenaren 'een beetje klungelig' hebben gehandeld, helpt volgens Van de Geijn ook niet. Verder laat hij die uitspraken voor de verantwoordelijkheid van Van Dellen. Van de Geijn realiseert zich dat hij als opvolger verantwoordelijk is voor de dossiers van zijn voorgangers. "Maar niet op het moment dat ex-wethouders ook nog allerlei uitspraken gaan doen." Ook Van Dellen had zijn uitlatingen niet moeten doen, vindt Van de Geijn.

Van de Geijn wil nu vooral graag vooruitkijken om de inclusiviteit binnen de gemeente te vergroten. In grote lijnen hebben de bevindingen uit het rapport van de Universiteit van Tilburg aan de basis gelegen voor die agenda, betoogt Van de Geijn. Toen Van Dellen als wethouder eerder met zijn verbeterplannen kwam, reageerde professor Hans Siebers die het onderzoek leidde dat 'geen van die initiatieven enige relevantie zou hebben voor de uitkomsten van het onderzoek of het geconstateerde probleem van discriminatie'.

Of de huidige plannen daar wel bij aansluiten is niet gecheckt bij de professor, weet Van de Geijn. Hij zegt er positief tegenover te staan om dat alsnog te doen.