Taalles op scholen: 'Met rijke woordenschat meer kans in de maatschappij'

Op De Witte Vlinder in Arnhem gaat dat deels spelenderwijs. "Ik merk dat het dan veel sneller gaat dan bij een saaie les uit de taalmethode", constateert juffrouw Ramona van groep vier. "Ze vinden dit veel leuker. Interactief en met een spelelement."

Zo leren de kinderen het verschil tussen zeker en onzeker. Ze moeten dingen bedenken die zeker morgen gebeuren en dingen die onzeker zijn. "Ik weet niet wat ik morgen op mijn brood krijg, dus dat is onzeker", zegt een jongetje. "Maar ik ga morgen wel eten, zeker!", weet een meisje.

Ook is er een soort Ren Je Rot bij stellingen, die zeker of onzeker zijn. Bij de stelling Morgen wordt er zeker een babytje geboren in de wereld rent bijna de hele klas naar zeker. Maar één meisje gaat naar onzeker. "Want ik ken niemand die morgen al een baby kan krijgen", is haar argument.

Onderwijsonderzoeker Maarten Wolbers ziet een zorgwekkende trend in het onderwijs. "Leesvaardigheid en ook rekenen holt al jaren achteruit, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. Daarom moeten er nu maatregelen verzonnen worden om dat te verbeteren."

De kansongelijkheid is volgens hem flink aan het toenemen. "De gevolgen worden steeds groter naarmate er een groep van achterblijvers in het onderwijs is. Die zijn steeds minder voorbereid op de samenleving van de toekomst. Ze kunnen niet meer meekomen. Scholen hebben er steeds meer aandacht voor, er wordt heel veel op ingezet."

Juf Ramona vindt dat het heel belangrijk is. "Onze kinderen komen uit een taalarme omgeving. Ze kennen minder woorden dan leerlingen van een school verderop, waar ze vijf keer zoveel woorden kennen als hier. Als je een rijke woordenschat hebt, zijn je kansen in de maatschappij veel groter."