Gelderse Vallei

Vogelgriep blijft om zich heen grijpen, waarom is er zo weinig tegen te doen?

Vogelgriep houdt de pluimveesector al een jaar in z'n greep.
Vogelgriep houdt de pluimveesector al een jaar in z'n greep. © ANP
BARNEVELD - ‘Opnieuw vogelgriep op leghennenbedrijf, 17.000 kippen geruimd’, ‘Nóg meer vogelgriep, meer dan 28.000 kippen geruimd’, en afgelopen vrijdag: ‘Vogelgriep in Lunteren, 55.000 leghennen geruimd’. De nieuwsberichten over vogelgriep en gevolgen daarvan beginnen bijna ‘normaal’ te worden. Toch is er nog maar weinig ‘normaals’ aan de vogelgriep, die deze week een jaar onophoudelijk in ons land is. Het hele jaar door vogelgriep is iets dat nog niet eerder voorkwam en waar experts grote zorgen over hebben.
Op 26 oktober 2021 stelde toenmalig minister Schouten van Landbouw een ophokplicht in voor alle pluimveebedrijven in Nederland. Aanleiding daarvoor was het aantreffen van de zeer besmettelijke en dodelijke vogelgriepvariant H5N1 bij een biologisch pluimveebedrijf in Zeewolde en toenemende vondsten van besmette dode wilde vogels in Noord Nederland en Duisland. Al het pluimvee moet sindsdien binnen blijven, op een tijdelijke uitzondering van een paar gebieden na.

'Geen oplossing'

Onder meer in de Gelderse Vallei waren de zorgen vanaf dat moment hoog. In het kerngebied van de regio zitten zo’n driehonderd pluimveebedrijven dicht op elkaar. Een uitbraak op een boerderij in het gebied betekent dat er vaak preventief ook andere pluimveebedrijven geruimd moeten worden. In het afgelopen jaar bleek die zorg gegrond. Negentien bedrijven in de Gelderse Vallei werden geruimd omdat er vogelgriep is aangetroffen. Daarnaast nog veertig preventief.
Bekijk hier naar een video over Zorgboerderij 't Paradijs, bij Barneveld. Zij waren vorig jaar het eerste bedrijf dat preventief werd geruimd. Dit na een bezoek van een dierenarts, die daarvoor op een besmet pluimveebedrijf in Zeewolde was geweest. De tekst gaat daaronder verder.
Preventieve ruiming nog steeds vers in het geheugen op deze zorgboerderij
Inmiddels is de ophokplicht al meer dan een jaar van kracht voor commercieel gehouden pluimvee. Tot dusver is er nog geen oplossing voor het probleem. De huidige minister van Landbouw Piet Adema noemt de situatie inmiddels ‘onhoudbaar’. "Het onbevredigende maar eerlijke verhaal is dat er geen simpele oplossing bestaat”, laat hij weten. De minister zegt te werken aan een plan om vogelgriep te bestrijden.
Vaccins bieden naar verwachting de beste oplossing om de vogelgriep tegen te gaan. Bij Wageningen Bioveterinary Research worden er op dit moment drie getest, maar er zitten nog behoorlijk wat haken en ogen aan voordat dieren daadwerkelijk geënt kunnen worden. Onder meer Europese regelgeving zit in de weg. Het kan zeker nog een paar jaar duren voordat er een vaccin beschikbaar komt.
De tekst gaat verder onder het kader.
Hoe komt het dat de vogelgriep een jaar gebleven is?

Deze zomer is er sprake van een unicum. Voor het eerst bleef het vogelgriepvirus rondgaan onder wilde vogels, met de nodige besmettingen in de pluimveesector tot gevolg. Dat het virus niet is weggegaan, baart vogelgriepexperts grote zorgen.

Dat zit namelijk zo: vogelgriep gaat - normaal gesproken - rond onder trekvogels die in de winter vanuit Siberië naar Nederland komen. Als de vogels tegen de zomer vertrekken, nemen ze de vogelgriep ook weer mee. Dit jaar hebben de wintervogels het virus waarschijnlijk aan de vogels doorgegeven die in Nederland blijven, waardoor vogelgriep in ons land bleef en dus nog steeds aanwezig is.

"Het is niet de verwachting dat het virus voor de winter weer weg is", lichtte vogelgriepexpert Nancy Beerens eerder al toe. "In deze tijd van het jaar kunnen we ook de wintergasten weer verwachten, zoals de zwanen, eenden en de ganzen. Zij nemen het virus vaak mee. We hebben de kans dat er nieuwe varianten van vogelgriep worden geïntroduceerd. Het is een heel zorgelijke situatie."

'Hygiëne is heel belangrijk'

Wat pluimveehouders dan nu wél kunnen doen, is het beperken van contact met uitwerpselen van wilde vogels én contact met andere pluimveebedrijven. “Bedrijfs- en stalhygiëne is ontzettend belangrijk”, zegt Francisca Velkers, pluimvee-specialist en epidemioloog, verbonden aan de Universiteit Utrecht. “We weten niet goed hoe het vogelgriepvirus stallen in komt, maar goede hygiëne kan voorkomen dat het wordt binnengebracht.” De veehouders en medewerkers en andere stalbetreders moeten schoon en met andere kleding en schoeisel de stal in dan buiten wordt gedragen. “Het is heel belangrijk dat ze dat iedereen zich daaraan houdt.”
Zorg dat er weinig mensen in de buurt van de stal komen
Ook de hygiëne op het erf van het bedrijf is van belang. “Zorg dat er weinig mensen in de buurt van de stal komen en houd het schoon. Wilde vogels, die het vogelgriepvirus verspreiden, komen af op gemorst voer, plasjes water en begroeiing. Dan is het virus zo op een bedrijf. Plaagdieren, die van hetzelfde houden, kunnen het virus vervolgens meedragen en nog dichterbij of zelfs in de stal brengen”, legt Velkers uit.
“Maak de omgeving van de stal zo onaantrekkelijk mogelijk voor vogels”, gaat ze verder. Ook adviseert ze op te passen met werkzaamheden rondom de stallen, zoals het baggeren van sloten en akkerbouwactiviteiten. “Hier komen ook wilde vogels en plaagdieren op af en mogelijk komt daarbij ook virusmateriaal de lucht in, wat misschien via de ventilatieopeningen bij een stal naar binnenkomt”.

Geen garanties

Iets anders dat mogelijk kan werken, is het plaatsen van windbreekgaas bij de luchtinlaten van stallen, ontdekte de Royal GD en Universiteit Utrecht bij een proef. “Dat kan deeltjes zoals veertjes en stof tegenhouden en het risico op besmetting via de lucht verkleinen”, zegt Velkers. “Wél moet samen met klimaatspecialisten goed bekeken worden wat het effect is op de ventilatie in de stal. Wanneer de ventilatoren in stallen veel harder moeten draaien, zou dat nu, met de hoge energieprijzen, misschien niet voor iedereen een optie kunnen zijn.”
Toch bieden de maatregelen géén garanties dat het vogelgriepvirus niet in een stal komt. Velkers: “Dat kan helaas niet. Het duurt echt nog wel even voordat we een goed werkende oplossing hebben. Tot die tijd is het, hoe vervelend ook, vooral afwachten. Als de veehouders, hun adviseurs en leveranciers zich blijven houden aan de maatregelen, is de kans op besmetting met het virus écht het kleinst.”