Haatmail en bedreiging zijn dagelijkse kost voor advocaat Gerald Roethof

Toch doet dat hem niets. “Nul komma nul. Het gaat de prullenbak in. Ik heb die mensen niet nodig”, benadrukt Roethof in het Omroep Gelderland-programma Op Weg Naar Waarheid. Daarin wandelt presentator Klaas Drupsteen over het Trekvogelpad met bekende (oud-)Gelderlanders.

“Het gaat erom, waar doet men die uitspraken. Er is nooit iemand geweest die een-op-een met me sprak en zei: wat ben jij een nare man”, legt de advocaat uit. “Er is zelfs geen ex met wie ik ruzie heb gehad”, voegt hij daar nog aan toe.

Roethof verdedigt verdachten die misschien wel hele heftige dingen hebben gedaan. Je moet ruimdenkend zijn als je dit werk wilt doen, zegt hij. “Want als je zelf al een oordeel hebt over hoe iemand in het leven staat, en dus veroordelend bent. Hoe kan je dan als advocaat mensen verdedigen?”

Veel mensen hebben een oordeel over personen die mogelijk iets fout hebben gedaan. “Natuurlijk mag je een oordeel hebben en soms moet dat. Maar het oordeel is dan met name: veroordeel niet te snel. Dat is ook een oordeel.”

Hij houdt van mensen, van praten, kan niet stilzitten, houdt van autorijden en vindt het fijn voor anderen op te komen. Dat maakt volgens hem dat het vak van advocaat op zijn lijf geschreven is. Een sterke mening is nodig om zijn werk goed te kunnen doen.

Roethof: “Ik denk dat het juist belangrijk is dat je een sterke eigen mening hebt. Dat je durft uit de komen voor je mening. Soms moet je tegen de wind ingaan, je staat er voor je cliënt. Je moet in staat zijn om te staan voor iemand die door de rest wordt uitgespuugd.”

Hij noemt zichzelf weleens de beste advocaat die er is, en vindt ook dat hij dat moet zijn. “Sowieso. Zo moet je er instaan. Afhankelijk van de zaak die je doet. Als je een zaak aanneemt moet je van jezelf zeggen: ik ben de beste advocaat die je kan hebben. Dat hoef je niet van de hoge toren te blazen. Maar als je dat niet vindt, doe je jezelf heel erg tekort. En doe je je cliënt tekort. Je moet in jezelf geloven.”