Stedendriehoek

Brandweerman Geo rijdt na 45 jaar weer in zijn eerste bluswagen

Geo Sarink is al 45 jaar actief bij de vrijwillige brandweer in Voorst
Geo Sarink is al 45 jaar actief bij de vrijwillige brandweer in Voorst © Omroep Gelderland
VOORST GEM VOORST - “Nostalgie!”, roept Geo Sarink vanachter het stuur van zijn ooit vertrouwde bluswagen. Toen hij 45 jaar geleden de vrijwillige brandweer in Voorst kwam versterken, was het deze oldtimer waar het korps mee uitrukte. De brandweerauto is allang met pensioen. Geo nog niet. “Je moet spierballen hebben! Ik ben blij dat ik hier niet meer mee hoef te werken.”
Het is een jubileum dat niet zo vaak voorkomt: Geo Sarink (66) zit al 45 jaar bij de vrijwillige brandweer. Interesse in de techniek trok hem als 21-jarige naar het Voorster brandweerkorps. De gezelligheid en de spanning van het werk zorgden dat hij bleef.
Na 45 jaar behoort Geo spreekwoordelijk 'tot het meubilair van de kazerne'. “Hij is er altijd”, zeggen collega's. Als onderdeel van het manschap zet hij zich ook in als chauffeur en bevelhebber, genietend van de spanning die dat meebrengt: “Waar gaan we heen, wat gaan we doen, en hoe?”
Terugblikkend op de afgelopen 45 jaar komen vooral herinneringen aan succesverhalen terug. Zoals een boerderij die ze redden bij brand na blikseminslag. “Dat was in de jaren 80. We reden in deze wagen”, zegt hij over de oude Terberg uit 1976.
Bekijk hier hoe Geo terugkijkt op zijn tijd bij de brandweer:
Geo vertrekt na 45 jaar bij de vrijwillige brandweer

Tweedehands legervoertuig

“Het is een tweedehands legervoertuig omgebouwd tot brandweerwagen.” Geo trekt wat luiken en deuren open, niet zo soepel als dat destijds waarschijnlijk ging. “Houten bankjes en een hele krappe ruimte voor zes man. Er was nog geen ademlucht toen ik bij de brandweer kwam. Dat is er later ingebouwd.”
De oude bluswagen werd speciaal voor het interview met Omroep Gelderland van stal gehaald. Dorpsgenoten onderhouden de oldtimer. Zodoende zien Voorstenaren de vaalrode wagen soms door het dorp rijden. “De sirene werkt nog”, concludeert Geo wanneer hij loeiend door de straten rijdt.
“Vroeger was alles beter gaat hier niet op”, weet Geo. Er zijn een heleboel dingen veranderd in zijn loopbaan bij de brandweer. “Vroeger werden we met een sirene opgeroepen om naar de kazerne te komen. Tegenwoordig hebben we een alarmontvanger waarop we kunnen zien wat er aan de hand is. Dat is veel makkelijker.”
De gecrashte automobilist zei: het komt niet meer goed. Dat kwam wel even binnen
Geo Sarink
Geo blikt terug op een heftig moment, waarop een gecrashte automobilist niet te redden was: “Achteraf bleek het om een arts te gaan. Die had een gigantische dreun gehad. De man zei zelf al: zie maar dat je me eruit krijgt, maar het komt niet meer goed. Dat kwam wel even binnen.”
“De man voelde zelf dat het niet goed ging. Als gewondenverzorger is dat bijzonder als je daarbij zit. Daar slaap ik dan een nachtje over en daarna moet het boekje dicht. Klaar. Je moet het van je af kunnen zetten anders houd je het niet vol. Gelukkig hebben we hier weinig ongevallen. Daar prijs ik mezelf blij mee.”

Nieuwe aanpak

Hulp bij auto-ongevallen vereist tegenwoordig een nieuwe aanpak, weet Geo: “Als je vroeger een ketting en een spreider had, trok je elke auto faliekant uit elkaar. Dat lukt tegenwoordig niet meer, met alle veiligheidsvoorzieningen en kooiconstructies die auto's hebben. Dat is een heel ander verhaal geworden.”
"Sinds een jaar of tien zijn branden soms lastiger te blussen. Door de veranderende bouwmogelijkheden en isolatie en dergelijke kunnen we een pand soms niet in omdat het té heet is. Dan moet je het van buiten doen. Dat druist tegen je gevoel als brandweerman in: je wil het redden. Dat is lastig.”
Door zijn collega's werd Geo afgelopen week in het zonnetje gezet. Zijn lange staat van dienst leverde genoeg stof voor talloze speeches. Maar na 45 jaar vindt Geo het mooi geweest. In december stopt hij als brandweerman. “Ik wil meer tijd voor mijn vrouw en we hebben een kleinzoon gekregen. Na 45 jaar vind ik het mooi om te zeggen: nu is het goed.”