Stedendriehoek

Mitchell propte zich helemaal vol en helpt nu jongeren met een eetstoornis

Mitchell aan de eettafel van het eetstoornis-centrum.
Mitchell aan de eettafel van het eetstoornis-centrum. © Omroep Gelderland
HOENDERLOO - Hij verstopte als kind zakken chips en snoep op zijn kamer en propte zich helemaal vol. Op latere leeftijd was hij obsessief bezig met zo gezond mogelijk eten. Mitchell van de Laar gebruikt nu al zijn ervaring in een safehouse voor jongvolwassenen met een eetstoornis.
Het centrum is gevestigd in een voormalig gebouw van de Hoenderloo Groep. "Het bijzonder is dat wij als eerste instelling een team hebben dat volledig de hulpvragen van onze bewoners kan ondersteunen. Persoonlijke begeleiders, psychologen, maar ook een eigen diëtist. We begeleiden ze heel intensief. We zijn zeven dagen per week op de locatie. Bij alle eetmomenten is iemand aanwezig om ondersteuning te bieden."

Veel praten

"We zien dat er vaak een onderliggende problematiek is en de eetstoornis is daar dan een symptoom van. We praten veel met ze. Als iemand ergens mee worstelt, is het meteen tijd voor een gesprekje. Kloppen de gedachten wel die ertoe leiden? Als die niet terecht zijn, kunnen we beetje bij beetje het oude patroon doen afbrokkelen."
De nu 31-jarige Mitchell is zelf ervaringsdeskundige. "Het is al op jonge leeftijd ontstaan. Ik kreeg heel veel te verduren. Mijn ouders lagen in scheiding, mijn opa overleed en mijn favoriete leraar ontnam zichzelf van het leven. Ik wist niet hoe ik daarmee om moest gaan. Tegelijkertijd voelde ik ook heel veel onbeantwoord verdriet in mij. Dat bleek na therapie te maken te hebben met het overlijden van mijn tweelingbroertje, waar ik nooit om heb kunnen rouwen."

Binge-eating

Dat leidde tot een eetstoornis. "Vanaf mijn negende tot mijn 27e heb ik daarmee rondgelopen. Het begon met binge-eating, heel veel snoepen. Op latere leeftijd sloeg het om. Toen ik ging veel naar feesten en ging het om zien en gezien worden."
"Veel sporten en werd het obsessiviteit naar gezond eten. Niet zozeer afvallen, want qua postuur was ik normaal. Ik had angst voor bepaalde voedselgroepen, vooral iets met vet. Als ik naar McDonalds ging, was ik bang dat ik twee tot drie kilo zou aankomen."
"Ik herken wel veel, maar ieder persoon blijft uniek. Uiteindelijk is het belangrijk om met een open blik naar iedere bewoner te kijken. We hebben verschillende ervaringsdeskundigen rondlopen, die allemaal op hun eigen wijze van herstel hebben gevonden."

Eettafel

Er wordt dagelijks centraal gegeten, maar de eettafel is voor veel bewoners wel een beladen plek. "Het is niet altijd de allerleukste plek van het huis. We zitten hier zes keer per dag. We proberen de gesprekken luchtig te houden. Maar het kan wat spanning met zich meebrengen."
Want het kan voorkomen dat bewoners niet eten, terwijl dat wel de bedoeling is. "We zijn daarin vrij directief. Als we bepaald gedrag zien, wat bij een eetstoornis hoort, spreken we ze daar op aan. Mensen met een eetstoornis herkennen het ook bij elkaar. Ergens zet je iemand wel voor het blok, maar het is beter dan ze in die eetstoornis te laten zitten."
"Wat we ook doen, is dat we de bewoners hebben gevraagd om een naam te geven aan de eetstoornis. Dan spreken we niet de persoon aan, maar die eetstoornis. Uiteindelijk helpen we de mensen ermee. Maar vind ik het leuk? Niet altijd. Maar we proberen duidelijk te zijn in de communicatie en wijzen ze er dan op dat ze gedrag vertonen wat niet bij hun herstel hoort."