Achterhoek / Noord-Veluwe

Onderzoek moet zeldzame beekprik er weer bovenop helpen

Onderzoek moet zeldzame beekprik er weer bovenop helpen
Onderzoek moet zeldzame beekprik er weer bovenop helpen
WINTERSWIJK - De beekprik is een zeldzaam visachtig diertje dat in de modder van beken en sloten leeft. In de laatste weken van zijn leven verandert de beekprik in een palingachtig visje en komt hij te voorschijn om zich voort te planten. Het gaat al jaren slecht met de beekprik in Gelderland. Onderzoek bij Winterswijk moet het zeldzame diertje er weer bovenop helpen.
Onderzoekers van natuurorganisatie RAVON lopen in waterdichte pakken door een kronkelend beekje bij Winterswijk. Een van hen heeft een accu over de schouder hangen die verbonden is met een schepnet. Er wordt gevist met stroom. De vissen raken tijdelijk verdoofd, waardoor ze boven komen drijven. Op die manier kunnen de onderzoekers precies in kaart brengen waar beekprik leeft en hoe oud de diertjes zijn. Die informatie is nodig om lokaal maatregelen te nemen om de zeldzame beekprik te helpen.

Schoon en stromend water

Van het oorspronkelijke leefgebied van de beekprik in ons land is minder dan de helft over, vertelt Jeroen Tummers van RAVON. In Gelderland komt de beekprik alleen nog voor op de Veluwe en in enkele beken rond Winterswijk. De droogte van de afgelopen jaren is een van de oorzaken waarom het slecht gaat met de beekprik. Als sloten en beken droogvallen sterft daar de populatie uit. Maar ook daarvoor ging het al niet goed met de diertjes. De beekprik leeft in schoon en stromend water. Dat is een combinatie die in ons land weinig te vinden is.
Ook het uitbaggeren van watergangen doet de beekprik geen goed, legt Tummers uit. Hierdoor verdwijnt de modderlaag waarin de prikken leven. Door in kaart te brengen waar de beekprik voorkomt, kunnen waterschappen en andere betrokken organisaties gerichte maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren en te voorkomen dat beken droogvallen.
Bij het onderzoek in de omgeving van Winterswijk zijn ruim veertig beekprikken aangetroffen. "Het gaat op zich om redelijke aantallen voor een soort die sporadisch voorkomt in Nederland", aldus Tummers. "Er lijkt een duurzame populatie te zitten. Wel is die vatbaar voor een verslechterde habitatkwaliteit en vooral droogte."

Nest van steentjes

De voortplantingstijd van de beekprik is voorbij. De kans dat je de diertjes tijdens een wandeling langs een sloot of beek ziet is dan ook heel erg klein. De beekprikken leven nu als blinde larven in de modder. Dat doen ze tot ze ongeveer zes jaar oud zijn. Daarna krijgen ze ogen en een mondschijf en kun je de beekprik in het voorjaar bezig zien in het water. Die mondschijf dient als een handige zuignap waarmee kleine steentjes worden verplaatst.
Het vrouwtje bouwt met die steentjes een nestje. Tijdens het paaien zuigt het vrouwtje zich vast aan een steentje. Het mannetje zuigt zich tijdens de daad vast aan de kop van het vrouwtje. Hij draait zijn lichaam strak om haar heen waarna de eitjes afgezet en bevrucht worden. Eten doet de beekprik in dit volwassen stadium niet meer. Kort na de voortplanting gaan de ongeveer 10 centimeter lange visjes dan ook dood.
Buiten Gelderland komt de beekprik in ons land voor in Overijssel, Noord-Brabant en Limburg.