Achterhoek
Verdachte hamermoord in hoger beroep tegen 18 jaar cel

WINTERSWIJK - De verdachte van de hamermoord in Winterswijk staat vandaag voor het Gerechtshof in Arnhem. De 41-jarige verdachte uit Kosovo, die tot zijn arrestatie in het Duitse Bochum woonde, is tegen de strafeis van achttien jaar cel in beroep gegaan.
De man wordt ervan verdacht op 29 oktober 2017 in Winterswijk Deme Lulaj met vermoedelijk een steigerhamer op het hoofd te hebben geslagen. Het in Winterswijk woonachtige slachtoffer wandelde nietsvermoedend op een stoep dicht bij het centrum van Winterswijk toen hij werd aangevallen. Lulaj overleed later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.
'Bloedwraak'
Er werd bij het slachtoffer een biljet van vijf euro aangetroffen. "Dat heeft met bloedwraak te maken", reageerde de officier van justitie tijdens een eerdere zitting in 2019. Justitie houdt rekening met bloedwraak. Beide families woonden in Kosovo bij elkaar.
De verdachte, die op zijn zestiende Kosovo verliet en zich in het Duitse Bochum vestigde, was op zijn twaalfde getuige van de moord op zijn vader. Hij werd met een houten stok door de broer van Deme Lulaj neergeslagen en overleed daarna. Die broer zat voor die moord een gevangenisstraf uit.
Verdachte ontkent
De verdachte ontkende tot dusverre alle betrokkenheid bij de moord. Toch zijn er dna-sporen van hem op de jas van het slachtoffer aangetroffen. Ook stond de auto waarmee Lulaj werd aangereden op de naam van de Duitse Kosovaarse verdachte.
Er zijn meerdere getuigen gehoord, onder meer in Duitsland. Die verhoren zijn inmiddels afgerond, zodat vandaag het hoger beroep inhoudelijk kan worden behandeld.