Rijk van Nijmegen

Reddingsoperatie voor stikkende vissen: 'We hebben er zeker duizend gered'

Kim van Zanten en haar moeder Truusje in actie.
Kim van Zanten en haar moeder Truusje in actie. © Eigen foto
BEUNINGEN - Kim van Zanten uit Beuningen is helemaal gesloopt. En met haar nog zo’n twintig anderen. Samen hebben ze namelijk bijna de hele dag vissen uit een opdrogende poel proberen te redden. “Als we niks hadden gedaan, zouden ze allemaal doodgaan.”
Het verhaal van Kim begint bij een melding in de buurtapp Nextdoor. Daarin verschijnt een oproep om karpers te redden uit een laagje water langs de dijk in Beuningen. Dierenliefhebber Kim bedenkt zich geen moment en weet ’s avonds nog vier vissen te redden.
“Maar het zat ons toch niet helemaal lekker”, vertelt ze. “Het was donker en er waren meer poelen die dreigden op te drogen. Toen we vandaag terugkwamen zagen we een tweede poel waar al veel dode vissen dreven.”

Hulp inschakelen

Samen met haar vader en moeder komt ze in actie, maar na een stuk of dertig vissen te hebben gered van verstikking – ‘de ergste dood die je kunt bedenken’ – probeert ze hulp in te schakelen. Maar wie ze ook belt, van de dierenambulance tot Rijkswaterstaat en de gemeente tot het waterschap, niemand kan of wil helpen. Ook een oproep op haar Facebookpagina levert niets op.
Zo'n twintig mensen hebben geprobeerd de vissen te rdden.
Zo'n twintig mensen hebben geprobeerd de vissen te rdden. © Susan Huurman
“Toen heb ik Susan Huurman een berichtje gestuurd. Zij zet zich in voor dieren in nood in Nijmegen. Zij heeft toen ervoor gezorgd dat meer mensen deze kant op kwamen. Uiteindelijk waren hier zo’n twintig mensen.”

Vissen in een kruiwagen

De reddingswerkers proberen eerst alle vissen met schepnetten, kruiwagens en hun blote handen over te brengen naar de Waal, maar dat blijkt al snel een te zware operatie. “We moesten daarvoor steeds een steile berg op. Met vijftig vissen in een kruiwagen. Dat was op een gegeven moment niet meer te doen. Iedereen was helemaal gesloopt.”
Ze besluiten daarom de brasems en karpers over te zetten in een derde poel, waar nog iets meer water in staat. Ze schat in ‘zeker duizend vissen’ op die manier te hebben gered. “Ik heb begrepen dat die poel niet helemaal opdroogt. Maar als dat wel zo is, moeten we weer in actie komen”, zegt Kim vastberaden.
Ik kan mezelf in spiegel aankijken
Al hoopt ze tegen die tijd ook op medewerking van officiële instanties. Ze vindt het pijnlijk dat niemand zich om de vissen bekommerde. Ze schat in dat er al zo’n zestig zijn doodgegaan. “Er kwam nog iemand van Rijkswaterstaat, maar die zei: ‘Als ik hier mensen voor laat komen, dan moeten we ze allemaal afmaken’. Waarop ik zei: ‘Dan doen we het zelf wel’.
Voor zo'n zestig vissen kwam de hulp te laat.
Voor zo'n zestig vissen kwam de hulp te laat. © Kim van Zanten
En zo werd het uiteindelijk een vermoeiende dag. Maar een gevoel van trots overheerst bij Kim. “Ik kan mezelf vanavond tenminste in de spiegel aankijken.”