Achterhoek

Provincie wil vergunning afvalbedrijf intrekken vanwege 'crimineel risico'

Controle bij afvalbedrijf Ter Horst.
Controle bij afvalbedrijf Ter Horst. © Persbureau Heitink
VARSSEVELD - De provincie wil de vergunning van afvalbedrijf Ter Horst in Varsseveld gaan intrekken. Volgens de provincie is er een groot risico dat het bedrijf vergunningen gebruikt voor criminele activiteiten. Het bedrijf en andere belanghebbenden hebben zes weken de tijd om op dit besluit te reageren.
Er lag een aanvraag voor een lopende vergunning: de provincie trekt die in. Dit soort besluiten wordt zelden genomen.
Om welke criminele activiteiten het gaat, maakt de provincie vanwege de privacy niet bekend.
Het bedrijf gaat sowieso bezwaar maken. In een verklaring noemt het de stap 'onredelijk en onevenredig.' Ter Horst zegt desnoods door te gaan tot de Raad van State. Het bedrijf beantwoordt verder geen vragen.
Mocht de vergunning definitief worden ingetrokken, dan zijn de gevolgen voor het bedrijf groot. Een deel van de activiteiten kan dan niet meer worden gedaan, zoals het opslaan van bedrijfsafval. Het kan zijn dat voor andere, kleinere activiteiten een vergunning van de gemeente voldoende is.
Ter Horst benadrukt dat de beslissing voor de klanten geen gevolgen heeft. "Zij kunnen blijven rekenen op onze dienstverlening, zoals ze dat van ons gewend zijn."
Vorig jaar werden medewerkers van het bedrijf veroordeeld tot taakstraffen. Volgens de rechtbank werden inkoopnota's vervalst en werd asbest verkeerd opgeslagen.
Lees hier de hele verklaring van Ter Horst

Op 19 april 2022 heeft het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland (GS) een ontwerpbesluit ter inzage gelegd waarin zij aangeeft voor ons terrein in Varsseveld geen nieuwe milieuvergunning te willen verstrekken en de huidige vergunning in te willen intrekken.

Daarmee houdt GS volgens ons onvoldoende rekening met het gegeven dat sprake is van een lopende juridische procedure, waarmee - naar onze stellige overtuiging - sprake is van een onredelijk en onevenredig voornemen.

Naar aanleiding van dit ter inzage gelegde ontwerpbesluit zal bij GS nog een uitgebreide zienswijze worden ingediend. Wij gaan ervan uit dat GS naar aanleiding van deze zienswijze alsnog zal besluiten de nieuwe milieuvergunning te verlenen. In ieder geval zijn wij ervan overtuigd dat zal komen vast te staan dat er in redelijkheid geen grond bestaat de nieuwe vergunning te weigeren en de bestaande vergunning in te trekken. Mocht GS onverhoopt toch bij haar besluit blijven, dan rest ons niet anders dan hiertegen beroep in te stellen. Zo nodig tot aan de Raad van State. Zoals gezegd zijn wij er stellig van overtuigd dat een definitief besluit tot weigering en intrekking onredelijk en onevenredig zou zijn. Wij hebben er het volste vertrouwen in dat, mocht het zover komen, ook de bestuursrechter tot dit oordeel zal komen. Voor onze klanten heeft het door GS bekend gemaakte voornemen geen gevolgen. Zij kunnen blijven rekenen op onze dienstverlening, zoals ze dat van ons gewend zijn.