Stedendriehoek

Zutphen bood nauwelijks hulp aan Joodse inwoners die terugkwamen

Onderzoekers vertellen over het onderzoek in de synagoge in Zutphen.
Onderzoekers vertellen over het onderzoek in de synagoge in Zutphen. © Omroep Gelderland
ZUTPHEN - De kleine groep Joodse inwoners die de Tweede Wereldoorlog overleefde en terugkeerde naar Zutphen kreeg destijds nauwelijks hulp of ondersteuning van de gemeente. In hun huizen waren nieuwe mensen gaan wonen. Om hun geroofde eigendommen terug te krijgen, moesten ze vaak jaren wachten en procederen.
De gemeente Zutphen staat in de top tien van gemeenten met de meeste onteigende en verkochte Joodse panden tijdens de Tweede Wereldoorlog. De gemeenten Zutphen en Warnsveld, destijds nog niet samengevoegd, kochten zelf tijdens de oorlog geen geroofd vastgoed. Dat concluderen onderzoekers van de Nijmeegse Radboud Universiteit.

Zutphen hielp de nazi's

Ongeveer 95 panden zijn er in Zutphen tijdens de oorlog door de bezetter geroofd en vervolgens doorverkocht. Ter vergelijking: dat is meer dan in Deventer (88) of Nijmegen (61), maar minder dan Amsterdam (1777) of Rotterdam (336).
Hoewel de onderzoekers concluderen dat de gemeentebesturen zelf geen geroofd vastgoed aankochten, hebben ze tijdens de oorlog de bezetter wel geholpen bij het onteigenen van de panden.
"Denk bijvoorbeeld aan de inzet van de politie of het transport en de opslag van inboedels", schrijven de onderzoekers. Ze maakten een reconstructie van het handelen van de gemeente tijdens en na de oorlog, aan de hand van archiefonderzoek en gesprekken met slachtoffers en nabestaanden.

Synagoge geplunderd

Betrokkenen uit Zutphen werden deze week door onderzoeker Wim van Meurs geïnformeerd over het rapport. Dat gebeurde in de synagoge aan de Dieserstraat, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd geplunderd. Ook het hele interieur werd vernield.
De synagoge in Zutphen is jaren na de oorlog gerestaureerd.
De synagoge in Zutphen is jaren na de oorlog gerestaureerd. © Omroep Gelderland
Huizen en winkels van Joodse inwoners werden tijdens de oorlog door de bezetter ‘in beheer genomen’. Dat betekende dat zij alle zeggenschap over hun eigendom verloren. Ook andere Joodse bezittingen werden geroofd: van kunstwerken en hypotheken tot woninginboedels.

Slechts 42 inwoners keerden terug

Van de ruim 500 Joden die in 1941 in Zutphen en Warnsveld woonden, keerden er slechts 42 overlevenden na de oorlog terug uit de kampen of hun onderduikadres. In een half jaar tijd waren vrijwel alle Zutphense Joden via Westerbork naar de concentratiekampen gedeporteerd.
Bij terugkeer in de Hanzestad moesten slachtoffers of, in veel meer gevallen, hun overlevende familieleden en nabestaanden, vaststellen dat het niet vanzelfsprekend was dat ze hun onteigende woning in Zutphen terugkregen. Ondertussen kregen ze van de gemeente ook niet of nauwelijks hulp bij het vinden van een ander tijdelijk onderkomen.
Veel panden waren door de bezetter doorverkocht of hadden in ieder geval nieuwe bewoners. Het duurde in bijna alle gevallen jaren voordat slachtoffers of nabestaanden zelf weer eigenaar werden van hun woning of bedrijfspand.

Blijvende herinnering

Volgens burgemeester Annemieke Vermeulen is er nooit een handreiking gedaan vanuit de gemeente als erkenning van de verschrikkingen die hebben plaatsgevonden. "Geen handreiking die recht deed aan de ernst van het leed dat de Joodse gemeenschap heeft ondergaan."
Om de herinnering levend te houden, wil de gemeente samen met Apeldoorn en Deventer een project starten. Zutphen trekt hiervoor 25.000 euro uit, om onder meer een expositie en een educatief programma op te starten.
"Het is vooral de bedoeling om Joodse inwoners en bestaande stichtingen en groepen die al werken aan het vertellen van dit verhaal daarbij te betrekken, en waar mogelijk ondersteunen."

Zie ook: