Ravage op de snelweg? Zó kunnen we weer snel doorrijden

Na een groot ongeval, zoals bij knooppunt Waterberg donderdagochtend, waar een vrachtwagen met slachtafval ondersteboven naast de weg belandde, gaan alle alarmbellen rinkelen bij Rijkswaterstaat. Het zogenoemde incidentmanagement wordt direct toegepast. Rijkswaterstaat zorgt er dan voor dat hulpdiensten snel en veilig hun werk kunnen doen en voertuigen snel worden weggehaald.

Een ongeval of pechgeval komt bijvoorbeeld telefonisch een melding binnen bij een van de regionale verkeerscentrales. Maar dat kan ook via detectiesystemen in de weg, camera's boven de weg of via de weginspecteur. Welke maatregel er dan volgt, is afhankelijk van de ernst. Er kunnen rode kruizen boven de weg gezet worden, weginspecteurs en/of bergers worden op pad gestuurd en hulpdiensten gaan onderweg.

Door een rijstrook af te sluiten met een rood kruis kunnen deze hulpdiensten en bergers veilig hun werk doen. Als de nodige rijstroken afgesloten zijn en de weginspecteur aanwezig is, wordt de plek van het pechgeval of ongeval direct beveiligd. Samen met de verkeerscentrale en de politie wordt een plan gemaakt om de doorstroming zo snel mogelijk weer op gang te brengen.

De weginspecteur is als eerste ter plaatse en zet direct na aankomst de auto vóór het incident schuin op de weg en plaatst kegels, om zo het verkeer naar een andere rijstrook te leiden. Bij incidenten op de linkerrijstrook en spitsstrook wordt altijd de naastgelegen rijstrook afgesloten. Ook wordt er een snelheidsbeperking ingesteld. Als het verkeer niet veilig kan passeren, dan komen er omleidingen. Ook wordt verkeersformatie gedeeld met serviceproviders, die de informatie via radio, internet en apps verder verspreiden.

Als de hulpverleners klaar zijn, kan de politie een sporenonderzoek doen. Daarna komen de bergers in actie. Om sneller te bergen, staan ze op strategische plekken om files te verminderen. Het bergen vrachtwagens vraagt meer tijd dan personenauto’s. Vaak moet de lading worden opgeruimd of overgeladen. Ook ligt een vrachtwagen bij een incident vaak op zijn kant. Dan gebruiken ze hulpmiddelen als een telescoopkraan of hefkussens.

Als een ongeval in de spits is gebeurd, wordt de vrachtwagen zo neergezet dat deze geen overlast veroorzaakt en komen de bergers op een later moment. Met een speciale reiniger wordt het wegdek schoongemaakt, als daar bijvoorbeeld olie op ligt. Ook voert Rijkswaterstaat noodreparaties uit als er gevaar is voor de weggebruiker.

De veiligheid van slachtoffers, hulpverleners en weggebruikers staat altijd centraal. Daarom bestaan de anti-kijkschermen, die het zicht vanaf de andere rijstroken en rijbaan belemmeren. Dat vermindert kijkfiles en zorgt voor een betere doorstroming. Wanneer er gevaarlijke stoffen of zwaargewonden of doden zijn gevallen, komen ook de bergers direct in actie.

Als de weg weer leeg is, controleert de weginspecteur het wegdek, de vangrails en verkeersborden. Daarna geeft hij de weg vrij voor het verkeer.