Luxor Live is dé poptempel van Blaudzun: 'Het is er intiem'

Sigmond werd geboren in Arnhem en groeide op in Renkum. "Maar Arnhem bleef altijd dé stad. Mijn opa en oma woonden om de hoek van de Eusebiuskerk", zegt de singer-songwriter in het Omroep Gelderland-programma De Troubadours. In die stad staat één van zijn favoriete popzalen: Luxor Live, aan het Willemsplein. "Het is mijn kerk, een beetje mijn poptempel."

Van oorsprong is het geen popzaal, maar een filmtheater. "Dat zie en merk je nog goed", vertelt Sigmond. "Je staat veel verder naar voren op het podium dan in een moderne popzaal. Dat maakt het er intiem. Ook vanaf het balkon voelt het een stuk dichterbij." Zelf mocht hij al meer dan tien keer optreden in de zaal.

De liefde voor muziek kwam in de eerste plaats van zijn ouders. "Mijn ouders zijn religieuze mensen, ze gingen naar de evangelische kerk. Daar werd ook heel veel muziek gemaakt. Als er samen werd gezongen, waren het dat soort liedjes. Dat klinkt saai, maar voor een kind klinkt dat best wel leuk. Het was geen kerk waar geen orgel stond, maar een drumstel en een piano, een synth, een basgitaar; het was echt een popband."

Voor Sigmond werd het pas leuk ná de kerkdienst. "Zodra de grote mensen-dienst was afgelopen was je er als jeugd nog bij. Dan werd alles afgebroken en in de kelder gezet. Daar gingen wij het weer opzetten om zelf muziek te maken. Dan gingen we daar metal en hiphop maken, dat is misschien wel de belangrijkste plek van de kerk geweest."

Ondanks de vrijheid in de kerk, mocht niet alles. Op zijn tiende kreeg hij een casettedeck, waarmee hij zelf dingen kon opnemen. Zo nam hij ook dingen op om verder te delen. "Dat was heel gaaf, ik ontdekte steeds meer muziek. Maar niet alles mocht. "Zelfs trash-metal met een religieus randje was verboden, dat werd gewoon afgepakt. Dat kon niet, dat kwam volgens hun rechtstreeks vanuit de hel."