Stedendriehoek
Driekwart van de raadsleden wil door, maar de oudste stopt
16 januari 2022, 08:16 • 4 minuten leestijd
TWELLO - Driekwart van de raadsleden geeft aan zich opnieuw verkiesbaar te willen stellen, maar voor het oudste raadslid van Nederland, de 87-jarige Ton Bannink uit Twello, is het genoeg. Na deze periode geeft hij het stokje door aan een nieuwe generatie.
Uit onderzoek onder de huidige raadsleden in Gelderland door Kieskompas, in opdracht van Omroep Gelderland, blijkt dat 76 procent nog wel een keer een raadsperiode wil meemaken, vijf procent weet het nog niet. Of deze raadsleden ook daadwerkelijk zitting gaan nemen moet blijken als de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen duidelijk zijn. De stembussen gaan 16 maart open, op sommige plekken kan al twee dagen eerder worden gestemd.
Raadsleden die nu aangeven te stoppen, geven vaak als reden dat ze al langere tijd actief zijn geweest en dat het tijd is voor een opvolger. Dat geldt ook voor Ton Bannink. Met zijn 87 jaar zit hij aan het einde van deze raadsperiode 23 jaar in de gemeenteraad van Voorst en is hij met recht een senior te noemen.
"De afgelopen periode kreeg ik al wat minder taken binnen onze fractie", zegt hij. "Dat stond me tegen, want ik voelde me nog niet oud genoeg om aan de kant gezet te worden. Ik dacht dat ik nog wel wat kon." Toch heeft hij inmiddels vrede met zijn keuze te stoppen. "Eigenlijk is het ook wel een fijn idee, dat ik nu andere dingen kan doen. Ik woon in een mooie omgeving, dus mijn vrouw en ik krijgen meer tijd voor wandelingen. Dan hoef ik niet meer steeds te lezen wat er allemaal verkeerd is in de gemeente."
'Digitaal vergaderen is vreselijk'
In de afgelopen periode moesten raadsleden vanwege corona veel vergaderingen digitaal bijwonen. Volgens iets meer dan de helft (51 procent) is het in sommige gevallen nuttiger dan af te reizen naar het gemeentehuis voor een bijeenkomst. Toch vindt bijna de helft (49,5 procent) dat voor stemmingen en overleg de gemeenteraad wel fysiek moet samenkomen.
Bannink hoort niet bij de voorstanders van digitaal vergaderen. "Dat vind ik vreselijk. Ik doe het plichtmatig. Ik heb niet het gevoel dat ik mezelf ben, als ik tegen dat scherm aan zit te kletsen." Hij mist de interactie met andere raadsleden. "Als je elkaar in de ogen kijkt, zie je veel beter hoe de ander er over denkt. En als je een felle discussie hebt gehad, is het fijn om dat na de vergadering met een kopje koffie weer bij te leggen. Dat kan nu allemaal niet."
Bovendien laat de techniek hem regelmatig in de steek. "Dat is ook wel wat koppigheid van mij hoor, ik heb besloten dat ik het toch niet ga begrijpen. Maar hier in de flat is de Wifi niet goed. Dan doe ik een half uurtje mee, dan is het gebeurd. Dan moet ik als de gesmeerde bliksem in mijn auto stappen en naar het gemeentehuis rijden en de hulptroepen inschakelen, pas dan kan ik weer verder."
Raadsleden zijn tevreden
Over het algemeen zijn raadsleden wel tevreden over het werk dat ze leveren. Als rapportcijfer geven ze hun gemeenteraad gemiddeld een 6,7. Over zichzelf zijn ze over het algemeen iets meer tevreden. Zichzelf geven ze gemiddeld een 7,2.
"Het gaat er niet om wat ik voor mezelf voor elkaar heb gekregen", zegt Bannink. "Het belangrijkste is dat ik er voor de inwoners van de gemeente ben geweest. Mensen spreken je aan of sturen je een mailtje. En soms kun je ze dan op weg helpen. En veel mensen klagen over wat er allemaal niet goed gaat, maar komen niet met een oplossing. Ik kijk dan naar wat er wel kan, en hoe we ervoor kunnen zorgen dat de situatie verbetert. Dat is het enige wat ik al die jaren heb proberen te doen."
Banninks raadswerk zit erop, al betekent het niet dat hij rustiger aan gaat doen. "Ik wil nog een boek schrijven. En ik wil wat lezen, en gezellig communiceren met mensen om me heen. Verder zie ik wel wat er op mijn pad komt, maar mijn vrouw en ik zijn in elk geval allebei niet van het stilzitten."
Kieskompas vroeg alle raadsleden in Gelderland een enquête in te vullen, ruim 300 reageerden. Opvallend is dat iets meer dan de helft (52 procent) vindt dat er onvoldoende waardering is voor het vak van raadslid. Ook mag er volgens iets meer dan de helft (55 procent) meer professionele ondersteuning zijn om vergaderingen voor te bereiden en mag er ook een betere financiële beloning komen voor het werk (56 procent). Gemiddeld is een raadslid zo'n 19 uur per week bezig en voor veel raadsleden gaat de meeste tijd zitten in het lezen van stukken en het bijwonen van vergaderingen.
