Rivierengebied

Oud-officier van justitie moet uitspraak over granuliet intrekken

De zandwinplas Over de Maas.
De zandwinplas Over de Maas. © Omroep Gelderland
DREUMEL - Gustaaf Biezeveld moet van de rechter zijn uitspraken over het storten van granuliet in het gebied Over de Maas bij Dreumel rectificeren. De voormalig coördinerend milieuofficier van justitie zei in een uitzending van het tv-programma Zembla in februari 2020 dat Bontrup zich schuldig maakte aan opzettelijke illegale stort van afval en aan valsheid in geschrifte.
Biezeveld stelde dat zonder enig voorbehoud of nuancering, terwijl hij daarvoor onvoldoende bewijs had en beter had kunnen weten. Hij moet ook een schadevergoeding betalen aan Bontrup, zo heeft de rechtbank in Den Haag woensdag besloten.

Geen gevaar voor de volksgezondheid

Over het storten van granuliet in de zandwinplas Over de Maas is veel te doen geweest. Er is jaren geprocedeerd over de vraag of granuliet, een restproduct van asfaltproductie, een bouwstof was of grond. Uiteindelijk besloot de Raad van State in oktober van dit jaar dat granuliet grond is en geen gevaar vormt voor de volksgezondheid. Het werk aan de zandwinplas is ondertussen afgerond.
Bontrup stapte naar de rechter, omdat het bedrijf zich ernstig in de reputatie aangetast voelde door de uitlatingen van Biezeveld, juist omdat hij als zeer deskundig in milieuzaken werd opgevoerd op televisie. De rechtbank is dat met het bedrijf eens. "Een breed publiek acht iemand met die achtergrond geloofwaardig, of hij nou gepensioneerd is of niet", aldus de rechter.
Biezeveld had weliswaar vrijheid van meningsuiting, maar moest wel grenzen in acht nemen, zoals respect voor het vermoeden van onschuld. Dat geldt te meer omdat hij een grote kennis van strafrecht heeft. Hij had dus ook niet mogen zeggen dat het om een economisch delict ging, waarop jarenlange gevangenisstraffen staan.
De oud-officier heeft zijn mening nog een aantal malen herhaald buiten de televisiecamera's. Dat mag hij niet meer doen op straffe van een dwangsom van 1000 euro per keer, bepaalt de rechtbank.