Nieuws

Meer explosieven gevonden door corona: 'Mensen gaan in een lockdown sneller het bos in'

De bom uit de Tweede Wereldoorlog die in Zevenaar werd gevonden.
De bom uit de Tweede Wereldoorlog die in Zevenaar werd gevonden. © Gemeente Zevenaar
ZEVENAAR - Het gemeentehuis van Zevenaar en de Turmac Cultuurhal zijn maandag ontruimd vanwege een bom uit de Tweede Wereldoorlog. Maar het is zeker niet het enige explosief waarvoor de EOD in actie moet komen. Door corona zijn het afgelopen jaar meer explosieven gevonden dan het jaar ervoor.
"Dit jaar alleen al hebben we meer dan 2400 meldingen ontvangen", zegt majoor Peter tegen Omroep Gelderland. Dat is waarschijnlijk meer dan de meesten van ons zullen verwachten. "Mensen gaan in een lockdown sneller wandelen in het bos, met een metaaldetector van zolder. Dan kom je ze soms nog tegen."
De majoor legt uit dat de explosieven kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën. "Eigenlijk heeft ons werk twee smaken: geïmproviseerde bommen die bijvoorbeeld bij plofkraken worden gebruikt, of vuurwerkbommen. En daarnaast heb je conventionele explosieven. Dat zijn explosieven die door professionele bedrijven zijn gemaakt."

Meeste bommen uit WOII

De Amerikaanse brandbom die in Zevenaar werd opgegraven, valt onder die laatste categorie, net als de meeste explosieven waarvoor de Explosieven Opruimingsdienst Defensie in actie komt. "Slechts tien procent van de explosieven zijn geïmproviseerd. Veruit het grootste deel komt uit de Tweede Wereldoorlog."
En het einde is volgens de majoor ook niet in zicht. "Ik heb niet de illusie dat we alles snel gevonden hebben. Tot enkele tientallen jaren na mijn pensioen zijn we nog wel bezig. En ik ben voorlopig nog niet klaar met werken."
Dat komt omdat er gigantische hoeveelheden munitie zijn afgevuurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. "Als je bedenkt dat ongeveer een tiende daarvan niet is ontploft, en dat er een hoop munitie is achtergelaten in de laatste dagen, dan ben je nog wel even zoet met opruimen."

Directe actie meestal niet noodzakelijk

Vooral rond strijdgebieden, zoals Arnhem en Nijmegen, moet de EOD regelmatig in actie komen. "Stel, iemand werkt in de tuin en ziet daarbij iets wat lijkt op een explosief. Dan moet diegene eerst de politie bellen die inschat of wij nodig zijn. Als wij dan komen wegen we af wat de beste actie is."
Meestal is directe actie niet noodzakelijk, legt Peter uit. "Meestal is het in bossen of weilanden waar weinig risico is op schade aan mensen of dieren. Dus dan kan het even wachten."
Maar in Zevenaar was dat maandag niet het geval. "Daar zie je duidelijk dat de bom op een dorpsplein met omwonenden ligt. Dan noemen we dat een A-melding. Daarbij moet er dezelfde dag nog iemand van ons heen om te kijken wat we kunnen doen."
En zo'n bom in een woonwijk levert ook moeilijkheden op. "In een weiland kun je een bom vaak nog wel tot ontploffing brengen. Maar bij een gemeentehuis kan dat natuurlijk niet."

Springstof over de jaren instabieler

Daar komt nog bij dat munitie, zoals bommen, vaak niet vanzelf onschadelijk wordt. "De buitenkant mag dan wel verroesten, maar de binnenkant is vaak nog actief." En dan is er nog de springstof die ervoor zorgt dat de ontploffing plaatsvindt. "Die wordt over de jaren instabieler. Dus het is wel belangrijk dat wij ingeschakeld worden en ze niet eeuwig blijven liggen."
Hoe lang het nog gaat duren voor dat gevaarlijke punt bereikt wordt, is lastig te zeggen. "Het verschilt echt per soort explosief en per plek. Ons werk is niet routinematig. Nu hebben we een aantal maanden geen vliegtuigbom gevonden, terwijl we de laatste week er drie kregen. Dat maakt dit werk ook zo interessant. Elke dag is anders."