Nieuws
Bedreigde slangensoort doet het 'spectaculair' goed langs de A12

ARNHEM - Een zeer bedreigde slangensoort, de gladde slang, kan zich dankzij een slimme verbreding van het viaduct over de A12 tussen Ede en Grijsoord beter verplaatsen en doet dat dan ook. Dat blijkt uit onderzoek van natuurbeschermingsorganisatie RAVON. "Dit is spectaculair."
De gladde slang is een van de meest bedreigde reptielen van Nederland. Deze slang verbergt zich graag, hij komt op slechts een paar plekken in Gelderland voor. Dat er meerdere gladde slangen werden aangetroffen op de faunapassage bij de A12 maakt de onderzoekers van RAVON dan ook erg blij. "Het is erg bijzonder", zegt Jeroen van Delft. "We zijn er erg opgetogen over."
We gingen met ecoloog Victor Loehr kijken bij het viaduct.
Bedreigde slangensoort doet het 'spectaculair' goed langs de A12
Daar blijft het overigens niet bij. "Nooit eerder zijn in Nederland zoveel reptielenwaarnemingen gedaan als op het viaduct", zegt RAVON. "De bedreigde gladde slangen hebben er zelfs jongen gekregen."
'Spectaculair'
Het betreffende viaduct loopt over de spoorlijn Arnhem-Utrecht. Het is aangelegd bij de verbreding van de snelweg A12, zodat het verkeer door kon blijven rijden tijdens de werkzaamheden. Toen deze waren afgerond, is besloten het viaduct als faunapassage te gebruiken. Zo zijn de leefgebieden van de reptielen met elkaar verbonden.

"Dit is spectaculair", vervolgt Van Delft. "Kennelijk zorgt de open ligging van de oversteek met veel licht en warmte voor een ideale biotoop voor koudbloedige reptielen. In één van de bermen in de buurt leeft de grootste zandhagedissenpopulatie van Nederland."
Uit het onderzoek van de natuurbeschermingsorganisatie blijkt ook dat andere reptielen als de ringslang, de hazelworm en de zandhagedis de faunapassage goed weten te vinden.
'Mensen mogen er niet komen'
Ecoloog Victor Loehr van Rijkswaterstaat wordt wel de geestelijk vader van het viaduct genoemd. Hij is enthousiast over de resultaten van het onderzoek en hoopt dat het viaduct bij de A12 een inspiratie is voor meer faunapassages door het land. "We gaan nu nog vaak uit van ecoducten. Maar dit project laat zien dat je met smalle strookjes van een paar meter ook mooie resultaten krijgt. Dit is iets wat je op veel meer plaatsen kunt doen. De passages zijn tussen de 2,5 en 4,5 meter breed en 50 meter lang en speciaal ingericht voor kleinere dieren als reptielen, kleine zoogdieren en insecten. Mensen mogen er niet komen."
Deze verbindingsplekken zijn volgens Jeroen van Delft van RAVON ontzettend belangrijk voor de reptielen. "Een reptiel beweegt zich in een klein gebied van enkele honderden meters. Komt zo'n dier bebouwing tegen, dan loopt het vast. Terwijl het voor de populaties heel belangrijk is dat ze niet te versnipperd raken om inteelt te voorkomen."