Nieuws

Windmolens langs Arnhemse Pleijroute moeten dit jaar nog draaien

De wieken worden op grote hoogte aan de windturbine gemonteerd.
De wieken worden op grote hoogte aan de windturbine gemonteerd. © Omroep Gelderland
ARNHEM - Vier windmolens moeten er komen, bij het Windpark Koningspleij langs de Arnhemse Pleijroute. De eerste zijn nu in aanbouw en moeten dit jaar nog gaan draaien. Voor een groot deel gefinancierd door de inwoners zelf. Uiteindelijk moet het park stroom leveren voor 11.000 huishoudens, zegt technisch adviseur Frans Joseph Brekelmans.
"Ik ben een windgek", geeft Brekelmans toe. "Ik zit al veertig jaar in de wind: hoe meer windmolens hoe mooier." Maar deze locatie is wel héél mooi, vindt hij. "Je hebt de stad, een stukje industrie: dan moet je daar windmolens neerzetten. Die zitten hier op een hele goede plaats." Dit neer mogen zetten, geeft Brekelmans een 'heel goed gevoel'. "Dat je niet voor niets hebt geleefd."
Bekijk hier hoe de windmolens worden opgebouwd:
Windmolens langs Arnhemse Pleijroute moeten dit jaar nog draaien.
De uiteindelijke montage van zo'n windturbine is binnen een week of twee wel klaar, licht Brekelmans toe. "Daar moet een enorme kraan voor worden aangevoerd, die hier in delen naartoe wordt gebracht. Het duurt een dag of vier voor die is opgebouwd." Als het weer meezit, is de opbouw van de turbine zelf volgens Brekelmans ook zo'n vier dagen en het omzetten van de kraan naar de volgende plek vervolgens anderhalve week.

Traject begon negen jaar geleden

Toch had de aanloop naar dit slotstuk heel wat voeten in de aarde, weet Judith van de Geer, voorzitter van Rijn en IJssel Energiecoöperatie die 566 burgers bereid vond om mee te investeren in het windpark. "Daar gaat een heel traject van vergunningverlening, onderzoek en financiering aan vooraf. Dat begon al negen jaar geleden."
De grootste hobbels ontstonden door omwonenden die 'terecht' inspraak krijgen bij de procedures. "Daardoor heeft het proces zo'n twee jaar vertraging opgelopen."
Zo ligt aan de overkant van de A325 de wijk Mosterdhof in Westervoort, wijst Van de Geer aan. "Die waren niet blij met deze plannen, maar met hen zijn we in gesprek gegaan en gebleven."
Bewoners 'aan de overkant van de Rijn' in Malburgen, met name aan de dijkwoningen, waren bang voor hun uitzicht, geluidsoverlast en slagschaduw, vertelt Van de Geer. "Maar dat is onderzocht en de vergunning is verleend. We gaan er dus vanuit dat zij daar geen hinder van ondervinden."

'Supergaaf om mede-eigenaar te zijn'

Vijf jaar geleden begon Van de Geer met het ophalen van geld bij burgers voor het project. "Wij vonden dat een windproject in Arnhem door burgers gedragen moet worden en ook eigendom van hen moet zijn. Dus mensen konden voor 250 euro een aandeel kopen. Dat heeft 2,6 miljoen euro opgeleverd."
In deze tijd een interessante investering, meent Van de Geer. "Het rendement is meer dan de bank nu betaalt. Daarnaast is het gewoon supergaaf om mede-eigenaar te zijn van zo'n molen, zo dicht bij je huis."
Ondertussen kijken we uit over een grasveld waar werklui met kabels de wieken die gehesen worden in balans proberen te houden. Op tientallen meters hoogte zitten andere collega's in de schachten van de turbine om alles in goede banen te leiden.

'Klimmen en zwaar werk'

"Je moet wel gezond zijn, want het is klimmen en zwaar werk", weet Brekelmans. "Daar zijn ze voor opgeleid. Vooral op het gebied van veiligheid. Voor elke klus zit je samen: dan kijken we hoe we het doen, welke gereedschap we nodig hebben, hoe we samenwerken en wat we doen als er iets gebeurt."
Eind november moeten de eerste windmolens opgebouwd zijn en de vierde volgend jaar, verduidelijkt Brekelmans. "Voor het einde van het jaar moeten de eerste twee in bedrijf zijn en nummer drie in januari."

Drie miljoen euro per stuk

Kosten? Ongeveer drie miljoen euro per windmolen, weet Brekelmans. "Dat levert 20 jaar lang energie op voor ongeveer 11.000 huishoudens."
"Vanmorgen kwam ik in de mist aanfietsen. Dan zie je de bovenkant van die molen in aanbouw en denk ik: wauw wat zijn ze mooi", besluit Van de Geer.