Nieuws

Aandacht voor het doodgeboren kind: 'Nog veel onbegrip'

De John Frostbrug licht blauw aan voor de Baby Loss Awareness Week.
De John Frostbrug licht blauw aan voor de Baby Loss Awareness Week. © Rinus Baak
ARNHEM - Arnhem is de enige Gelderse gemeente die aanhaakt bij de 'Baby Loss Awareness Week', die dit jaar voor het eerst op deze manier in ons land plaatsvindt. Toch vindt Ruth van den IJssel van het organiserende Steunpunt Nova alle aandacht voor het doodgeboren kind 'overweldigend en ontroerend'. In de Rijnstad lichten daarvoor onder meer Musis Sacrum en de John Frostbrug roze of blauw aan.
Wel hoopt Van den IJssel 'stiekem' de zeven gemeenten en vier ziekenhuizen die nu landelijk meedoen volgend jaar te verdubbelen. Ook een roze of blauw opgelichte Nijmeegse Waalbrug, hoort daarbij nadrukkelijk tot de ambities.
Want meer bewustwording van de omvang van het leed en hoe daarmee om te gaan is nodig, stelt Van den IJssel. Hoe groot dat kan zijn, blijkt ook uit het verhaal van Regina en Geert-Jan dat Omroep Gelderland eerder bracht.

'Perinatale sterfte'

Miskramen tot 16 weken zwangerschap komen zo'n 20.000 keer per jaar voor, weet Van den IJssel. Vanaf 22 weken overlijden er volgens haar jaarlijks 1200 baby's rondom de zwangerschap en geboorte, ongeveer vier per dag: de 'perinatale sterfte'. Dat is 0,8 procent van alle zwangerschappen die de 22 weken halen.
Daarbij kan het gaan om vroeggeboortes of het constateren van een aandoening waardoor het kindje niet kan leven of 'geen menswaardig bestaan heeft' waardoor de zwangerschap wordt beëindigd, legt Van den IJssel uit.
"Ook kan het kindje in de buik overlijden. Daar wordt vaak geen oorzaak voor gevonden. Er kan rondom de bevalling van een voldragen zwangerschap iets gebeuren waardoor het kindje niet goed op de wereld komt. Of een ongeluk, zoals bij Regina en Geert-Jan", gaat ze verder.
Juist het feit dat je zijn of haar kleur ogen niet kent en je kind nooit in je armen hebt gehad, maakt het zo verdrietig
Veel mensen hebben geen idee van hoe vaak dat voorkomt, ervaart Van den IJssel. Ook is er volgens haar nog veel onbegrip. "Veel mensen benaderen het als bij een normaal overlijden, waarbij je iemand fysiek mist. Die vinden het moeilijk voor te stellen dat dat hierbij anders is: dat je iemand mist die je zelf ook nog nooit hebt gezien."
Het is een stukje afscheid nemen van een toekomst die er nooit zal zijn, ziet Van den IJssel. "Juist het feit dat je zijn of haar kleur ogen niet kent, niet weet of het krullend haar zou hebben, welke hobby's het zou krijgen en je kind nooit in je armen hebt gehad, maakt het zo verdrietig."
Ruth van den IJssel.
Ruth van den IJssel. © Ruth van den IJssel
Aan het begin kan empathie vaak nog wel opgebracht worden, vervolgt Van den IJssel. Maar na verloop van tijd komen er volgens haar vaak opmerkingen als 'heb je het er nu nog steeds over' of 'je bent er wel veel mee bezig'. "Maar voor mensen die dit meemaken, is dat gewoon een van de kinderen die zij hebben", weet zij uit eigen ervaring.
"Als de naam van dat kind valt, kan het gesprek gewoon doorgaan", wil Van den IJssel de omgeving meegeven. "Die wil ik kunnen noemen zonder dat mensen meteen in de kramp schieten."

'Relatie op losse schroeven'

Dat onbegrip kan er echt toe leiden dat mensen afscheid nemen van nabije vrienden of familie in hun omgeving, ziet Van den IJssel. 'Goedbedoelde opmerkingen die verkeerd vallen' kunnen daar een rol in spelen. Ook de band met je partner verandert volgens haar enorm. "Die komt op losse schroeven: soms intens en dan vind je elkaar en soms helemaal niet."
Binnen de geboortezorg zijn mensen vaak wel goed op de hoogte, vindt Van den IJssel. Herinneringen maken in de dagen vlak daarna, is volgens haar heel belangrijk voor de verwerking later. Dat kunnen foto's, handafdrukken of plukjes haar zijn.

'Wetgeving ontbreekt'

Wetgeving om het verlof dat ouders op dat moment nodig hebben goed te regelen, ontbreekt volgens Van den IJssel. Daardoor ben je volgens haar erg afhankelijk van hoe een werkgever of arboarts daarmee omgaat, wat erg wisselend is.
Verdriet hoort er ook bij, daar hoeft niet altijd professionele hulp aan te pas te komen, vindt Van den IJssel. Maar voor degenen die daar wel behoefte aan hebben, adviseert zij te zoeken naar een plek met mensen die 'echt snappen wat het betekent'. Kennis en begrip in de reguliere psychische hulpverlening, is volgens haar niet altijd toereikend.
"Het verlies van je kindje is misschien wel het verschrikkelijkste dat je als ouder kunt meemaken", meent de Arnhemse wethouder Roeland van der Zee. "We helpen graag mee om daar aandacht voor te vragen."