Arnhem duikt verder onder landelijk gemiddelde met woonbelastingen

Arnhem is nu beter bestand tegen financiële risico's dan enkele jaren geleden en her en der wordt er zelfs wat extra geïnvesteerd, legt de wethouder financiën uit. Wethouder Ronald Paping: "Geweldig als je dit kunt doen."

Waar de Rijnstad eerder relatief hoog zat met deze onroerendezaakbelasting (ozb) zit de stad met haar woonbelastingen komend jaar op 94 procent van het landelijke gemiddelde.

Arnhem is nog altijd geen rijke gemeente, maar heeft wat meer vet op de botten, licht Paping toe. De stad is volgens hem onder meer 'redelijk goed' gecompenseerd door het Rijk voor de coronakosten. In het lopende jaar verwacht de gemeente bovendien 17,9 miljoen euro positiever uit te komen dan vooraf ingeschat.

Kritische kanttekening is wel dat de gemeente de komende jaren niet voldoet aan de norm die de provincie als toezichthouder stelt om aan de schulden te voldoen. In coronatijd is het een 'welbewuste keuze' geweest om extra te investeren en daarin een stapje terug te doen, ziet Paping. Om nu aan die financiële norm te voldoen, zouden er volgens hem 'draconische maatregelen' nodig zijn. "Dan moet ik nog ergens rond de 45 miljoen euro zien te vinden."

Ook zit Arnhem nog altijd veel dieper in de schulden dan een gemiddelde Gelderse gemeente. Wel dalen die de komende jaren iets.

De begroting maakt verder ruimte voor een jeugdfonds van 6,6 miljoen euro. En in de wijken Klarendal en het Broek mogen inwoners als pilot zelf bepalen hoe zij willen vergroenen met een 'wijkgroenagenda'. Er worden extra middelen vrijgemaakt om bijvoorbeeld het stikstofprobleem aan te pakken zodat dát de woningbouw in elk geval niet in de weg zit, legt wethouder Cathelijne Bouwkamp uit. Ook worden er volgens haar structureel extra ambtenaren ingezet om alle ingediende woningbouwplannen op tijd in behandeling te nemen.

Wethouder Roeland van der Zee laat weten het budget om 'strategische grondposities aan te kopen' te willen verhogen van 10 miljoen euro naar 25 miljoen euro. Daarbij kijkt hij vooral naar grond dat mogelijk geschikt is voor woningbouw.

De afgelopen jaren waren de zorgkosten van de gemeente meestal een financieel struikelblok. Vaak kwamen die veel hoger uit dan waar rekening mee werd gehouden. Die stijging is er nu uit, laat Van der Zee weten, die dit jaar zelfs een paar miljoen euro verwacht over te houden. Dat heeft er volgens hem ook mee te maken dat er door corona op bepaalde vlakken minder aan zorg kon worden uitgegeven. Nu ziet de wethouder dat die vraag weer op het oude niveau zit, maar ook niet hoger dan dat. De budgetten blijven dus gelijk, bezuinigen is geen doel, stelt Van der Zee.

De voornaamste winst is misschien wel dat er nu veel beter zicht is op de zorguitgaven, weet Van der Zee. Er waren wel degelijk 'zorgcowboys' de markt binnengedrongen, erkent hij. "Nu weten we op detail en maandbasis waar alles zit."

Hoe de gemeente het eigen stadhuis op wil knappen, dat is nog niet duidelijk. Wethouder Jan van Dellen trok zijn eerdere plan terug omdat hij dat te duur vond. Nu ziet hij mede door corona dat ambtenaren meer zijn gaan thuiswerken en flexwerken, maar ook bouwkosten die 20 tot 30 procent zijn toegenomen. Toch ligt er eind dit jaar een plan, belooft Van Dellen.