Nieuws

Deze Doesburger rookt en drinkt niet, maar is wel verslaafd aan het verzamelen van zilveren mosterdpotjes

© Omroep Gelderland
DOESBURG - Het zijn kunstwerkjes op zich, de zilveren mosterdpotjes en lepeltjes die zijn tentoongesteld in het Zilvermuseum in Doesburg. Vrijdag opent mr. Pieter van Vollenhoven het kleinste museum van de stad - gevestigd in de Martinikerk - officieel. De verzameling potjes en lepeltjes uit de hele wereld is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby van Doesburger Martin de Kleijn.
In het 'zwevende' museumpje, achterin de Martinikerk, wijst verzamelaar De Kleijn naar zijn pronkstukken. "Ik moet ze regelmatig poetsen", zegt hij, "dus het is een hobby waar je ook na de aankoop mee bezig blijft."
De gepensioneerde De Kleijn verzamelde al langer zilverwerk, maar sinds hij in Doesburg woont zijn het vooral mosterdpotjes en -lepeltjes die hij wil hebben. Hij struint het hele internet af voor de mooiste potjes.
zilvermuseum
zilvermuseum © Omroep Gelderland

Statiegeld

Het online onderhandelen is een interessant spel. "Je weet nooit precies hoeveel bieders er zijn en of het wel is wat je ervan had verwacht, als je het eenmaal hebt gekocht. Maar meestal gaat het goed", lacht hij.
"Zo heb ik ooit een zilveren potje gekocht voor 180 euro, dat ongeveer 7.000 euro blijkt waard te zijn", vertelt hij trots. Of het een verslaving is? "Ach, ja. Ik rook niet, ik drink niet en heb geen andere dure hobby's. Elke keer als ik bij de supermarkt de flessen met statiegeld heb ingewisseld, kan ik weer wat kopen", grapt hij. "Nee, zonder gekheid, ik denk dat ik toch wel meerdere tienduizenden euro's in de verzameling heb zitten. "
Kijk hoe Martins pronkstukken schitteren in de Martinikerk in Doesburg:
Deze Doesburger is verslaafd aan het verzamelen van zilveren mosterdpotjes
En dat zie je ook: de potjes zijn allemaal piekfijn in orde. Sommige zijn al eeuwen oud, maar allemaal zonder krasje of barstje. In totaal heeft de Stichting Zilvermuseum zo'n 450 mosterdpotjes, waarvan er nu 150 zijn uitgestald in vitrines. De potjes zijn afkomstig uit meer dan 25 landen en komen uit de periode van 1700 tot 1920.
Dat zijn verzameling nu staat tentoongesteld, vindt De Kleijn geweldig. "Het is mooi dat meer mensen het nu kunnen bewonderen en dat de kerk er ook nog wat aan heeft", zegt hij. De entree voor het museum - 3 euro - gaat naar het onderhoud van het kerkgebouw. "Dat is toch helemaal mooi?!"