Nieuws

Mogelijke opdrachtgever truckbrand Doesburg: 'Ik ben onschuldig'

De verwoestende brand die de vrachtwagenchauffeur bijna het leven kostte.
De verwoestende brand die de vrachtwagenchauffeur bijna het leven kostte. persbureau Heitink © Persbureau Heitink
DOESBURG - De man die volgens justitie de opdrachtgever is van brandstichting in een vrachtwagen bij een transportbedrijf in Doesburg ontkent alle betrokkenheid. De 52-jarige verdachte wordt gezien als concurrent en zou ook betrokken zijn geweest bij brandstichting van een truck in Italië. Dat werd dinsdag duidelijk in de Arnhemse rechtbank.
Bij de brand op het terrein van een transportbedrijf aan de Leigraafseweg in Doesburg raakte een vrachtwagenchauffeur een jaar gelden zwaargewond. Hij lag in de cabine lag te slapen. Hij deed dit vaker als hij de volgende ochtend weer vroeg op pad moest. De chauffeur merkte niet dat er twee mannen de wagen overgoten met benzine. De truck werd in brand gestoken, waarop de twee de benen namen.
De vlammen breidden zich snel uit en de chauffeur werd wakker door knallen. De man kon met moeite zelf uit de cabine komen, maar had al flinke brandwonden opgelopen. Ook de bewoners van een naastgelegen woning moesten halsoverkop in veiligheid worden gebracht. De officier van justitie noemde de brand tijdens een eerdere zitting in juni "een waar inferno".
Twee mannen die verdacht worden van het in brand steken van de vrachtwagen zouden dit voor geld hebben gedaan of om een schuld in te lossen. Zij zouden door een derde verdachte, die door justitie wordt gezien als tussenpersoon, hiervoor zijn gevraagd. Tijdens de zitting in juni beweerden ze dat ze niet wisten dat er iemand in de vrachtwagen lag te slapen. Justitie benadrukt dat de verdachten een aanzienlijk risico namen en legt ze dan ook poging tot moord ten laste.

Eigenaar van transportbedrijf

De vierde verdachte, een man van 52 die een transportbedrijf heeft in het westen van het land, is pas later opgepakt. Dinsdag stond hij voor het eerst voor de rechter. Justitie ziet hem als de feitelijke opdrachtgever en brengt hem ook in verband met een eerdere brandstichting in een truck van het Doesburgse bedrijf -met nota bene dezelfde chauffeur- in Italië. Die brand werd toen snel geblust en de chauffeur raakte niet gewond.
De zaak in Italië is nog niet afgerond maar volgens de officier zijn er bewijzen - zoals bijvoorbeeld gps-gegevens - dat dezelfde persoon erachter zit en dat hij destijds vlakbij het incident in Italië was. Bovendien hebben ook de andere verdachten belastend verklaard over betrokkenheid van de 52-jarige.
De man zelf ontkent in alle toonaarden: "Ik ben onschuldig", zegt hij in de rechtszaal. Volgens zijn advocaat zijn de beschuldigingen gebaseerd op vage vermoedens en geruchten. "Het zou gaan om een concurrentieoorlog? Maar er is helemaal geen sprake van concurrentie, want mijn cliënt heeft een goedlopend bedrijf. Waarom zou hij dan zoiets willen doen? ", stelt zijn advocaat.

Dagen van slag

Zijn advocaat wil de komende tijd nog diverse getuigen horen, onder anderen de drie medeverdachten en de echtgenote van de 52-jarige man. Een aantal verzoeken wees de rechtbank af, zoals het horen van het slachtoffer van de brand. Volgens de officier van justitie kan de chauffeur dit momenteel niet aan: "Hij heeft het fysiek, maar ook mentaal heel moeilijk."
De man lag een tijd in coma na de brand. Vorige keer was hij erbij met een videoverbinding, maar ook dat trekt niet niet, laat zijn advocaat weten. "Hij was dagen van slag na die eerste zitting." De vrachtwagenchauffeur is na bijna een jaar revalidatie inmiddels weer thuis, maar de vraag is of hij helemaal kan herstellen. "Hij wil het liefst weer die vrachtwagen in, maar of dat ooit kan? Hij loopt nu pas weer kleine stukjes, moet allerlei aanpassingen doen in zijn huis, dus het is allemaal heel zwaar. "
Pas in april wordt de zaak tegen de vier verdachten van de vrachtwagenbrandstichting bij een transportbedrijf in Doesburg inhoudelijk behandeld. Tot die tijd worden onder meer de getuigen gehoord. De vier verdachten blijven in ieder geval in de cel tot aan een volgende zitting in november.