Nieuws

Natuurboeren komen op stoom, 'maar de rails liggen nog niet overal'

HELLOUW - Steeds meer boeren doen aan natuurbeheer. Zij krijgen dan een vergoeding om bijvoorbeeld weidevogels te beschermen of stroken land in te richten voor insecten of vogels als de patrijs. In Rivierenland is er zoveel belangstelling dat het budget voor natuurboeren niet meer toereikend is.
Met de huidige regeling voor agrarisch natuurbeheer wordt heel gericht gewerkt aan het verbeteren van de leefomgeving voor tientallen bedreigde diersoorten, met name boerenlandvogels. Bijvoorbeeld door nesten te ontzien, laat te maaien, niet te spuiten of te bemesten en stroken in te zaaien met mengsels die geschikt zijn voor insecten of bepaalde vogels, zoals de patrijs.
Hiervoor krijgen boeren een vergoeding. Het gaat om Europees geld dat via de provincie en agrarische natuurverenigingen wordt verstrekt. Vanaf de start in 2016 groeide het aantal deelnemers landelijk met 55 procent tot ruim achtduizend bedrijven. De laatste jaren wordt er in totaal tussen de zeventig en tachtig miljoen euro uitbetaald voor het beheer.
Bekijk de reportage. De tekst gaat daaronder verder.
Agrarisch natuurbeheer sterk in opkomst
Als coördinator van de agrarische natuurvereniging Tieler- en Culemborger Waarden, merkt Peter van Noord het succes aan den lijve. "In 2016 moest ik echt de blaren op mijn tong praten om mensen te overtuigen dat het een goede aanvulling op het bedrijf kan zijn", vertelt hij. "Nu hebben we te weinig budget om alle belangstellenden te kunnen helpen."
De toegenomen aandacht voor meer duurzaamheid speelt daarbij zeker een rol. Wat ook helpt is dat de lijnen met de agrarische natuurvereniging kort zijn, stelt Van Noord, die zelf melkveehouder was tot zijn zoon een paar jaar geleden het bedrijf overnam. "Wij hebben heel veel leden en we kennen ook de problematiek van de boeren", zegt hij. "Als dat je totaal vreemd is dan zegt de boer al snel: probeer het eerst maar bij de buurman, dan kijk ik wel hoe het afloopt."

Voorzichtige succesjes

Met tientallen vrijwilligers worden nesten van weidevogels gemarkeerd en wordt in beeld gebracht hoe het met de diverse soorten gaat. Op grond van hun waarnemingen kan Van Noord ook op boeren afstappen om hen te informeren over de specifieke mogelijkheden voor beheer.
Zo zijn er best wat voorzichtige succesjes te vieren. Maar voor veel soorten is er nog altijd een sterke neergaande trend die vanaf de jaren zestig is ingezet door het verdwijnen van leefgebied en het steeds intensievere gebruik van landbouwgrond.

'Omslag nodig'

Om deze trend om te buigen is er echt een omslag nodig, denkt hij. "Of het echt op grote schaal in de bedrijfsvoering wordt toegepast dat hangt van de budgetten af", zegt de coördinator. "Op het moment dat dit echt de toekomst van de landbouw wordt, dan moet de maatschappij dat willen en ook de mogelijkheden geven om daar de kost op te verdienen voor boeren."
Wat hem betreft krijgt het agrarisch natuurbeheer dus een zeer prominente plek in het nieuwe landbouwbeleid dat vanaf 2023 in moet gaan. Van Noord: "We hebben boeren die willen, we hebben een agrarische natuurvereniging die korte lijnen heeft met de boeren. Dus de trein staat onder stoom, alleen de rails liggen nog niet overal."