Achterhoek

Geknipt voor het kappersvak, al 118 jaar lang

In voorbije dagen was het kappersvak een mannenzaak.
In voorbije dagen was het kappersvak een mannenzaak. © Wuestenenk.
HENGELO - Samen eten. Het is vaste prik bij familiebedrijf Wuestenenk in Hengelo. Net als samen knippen, wassen, scheren én het laatste nieuws bespreken, want zo gaat dat in een kapperszaak van de oude stempel. En dat gaat zéker op voor de 118 jaar oude onderneming aan de Spalstraat, waar generatie nummer vier erop toeziet dat klanten blij en op hun mooist de deur uit lopen. En ja, als de kerkklokken luiden, haalt Jan Wuestenenk nog steeds de laatste nieuwtjes bij de koster.
Ontelbaar veel kapsels kregen al te maken met de schaar en kam van de nu 85-jarige Jan Wuestenenk. Maar tegenwoordig zijn het vooral aardappels en groenten die door zijn vingers glijden tijdens de bereiding van het middageten. En voor zijn 84-jarige vrouw Alie geldt precies hetzelfde. Tientallen jaren stonden ze naast elkaar in de kapperszaak die in 1903 de deuren opende door toedoen van Evert-Jan Wuestenenk, de opa van Jan. Die keuze lag wel én niet voor de hand; Evert-Jan was van alle markten thuis. Hij was bijvoorbeeld petroleumboer én uitvaartleider.
In die laatste hoedanigheid zorgde Evert-Jan ervoor dat de doden mooi in hun kist lagen door het haar nog even te knippen. Die ervaring kwam van pas toen hij een eigen café opende, dat al snel een pension werd voor arbeiders van de lokale zuivelfabriek. Die konden in het café ook terecht voor een knip- en scheerbeurt, en dat was de geboorte van een familiebedrijf dat in 2021 nog steeds goede zaken doet.
Benieuwd naar dit familiebedrijf? Kijk dan hieronder de aflevering van Fa. Milie BV. De tekst gaat eronder verder.
Fa. Milie BV - Familie Wuestenenk en Familie Alantor

Op pad

In de jaren twintig voegden zoon Herman én neef Herman zich bij de kapperszaak, die in 1928 verhuisde naar het huidige adres aan de Spalstraat, tegenover de kerk. In de oorlogsjaren gingen de vader en opa van Jan samen op pad om onderduikers te knippen. Na de oorlog maakte Jan zijn entree in de familiezaak. Hij ging met zijn vader op pad en mocht klanten inzepen voor hun scheerbeurt. “Ik leerde het vak op de kappersschool in Doetinchem. Daar volgden toen allemaal mannen die opleiding. Nu zijn het allemaal dames die daar vandaan komen.”

Kerkklokken en de koster

“Het was gemoedelijk”, herinnert Jan zich zijn jaren in de salon. “Dan hadden we hier vier of vijf man in de zaak zitten. Dan praatten we en hoorde je al het nieuws, dan kwamen de verhalen. En als de kerkklokken luidden, dan liep ik naar de koster om te horen wie er was overleden. Dan kon ik dat vertellen in de zaak.”

Zestig jaar getrouwd

In die jaren knipte Jan zij aan zij met zijn vrouw Alie, die hij via de kerk leerde kennen. “Tot 10 jaar geleden werkte ik ook in de zaak, ik deed vooral het lange haar. Ik ben rustig en mijn man is iets pittiger, dus ja, we zaten elkaar wel eens in de weg. Maar we hebben het aardig lang volgehouden. We zijn al 60 jaar getrouwd!”, zegt Alie.
De tekst gaat verder onder de foto's
Terug in de tijd: de kapsalon in Hengelo zoals die vroeger was.
Terug in de tijd: de kapsalon in Hengelo zoals die vroeger was. © Wuestenenk.
Jan Wuestenenk.
Jan Wuestenenk. © Omroep Gelderland

Vierde generatie

Dochter Henriette Elburg-Wuestenenk knipte in 1990 haar eerste klant binnen het familiebedrijf. “Ik vond het leuk om thuis met mijn ouders te werken, en ze hadden personeel nodig. Mijn broer en zus hadden geen interesse om het over te nemen, ik was de enige die het leuk vond. De creativiteit, mensen mooi en blij maken, het is een fantastisch vak.” Henriette is nu 54 jaar en trekt nu als vierde generatie aan de touwtjes van kapsalon Wuestenenk.

Trouwe klanten

Haar vader hing schaar, kam en scheermes na een werkzaam leven van zeventig jaar aan de wilgen. Zonder mopperen ging dat niet, maar het coronarisico werd te groot. En nog steeds informeren trouwe klanten naar hem. Henriette: “Als ik vraag hoe zij hun haar willen, zeggen ze ‘vraag maar aan je vader’. En als hij er niet is, vragen mensen 'je vader is toch niet ziek'? Maar dat is hij niet. Hij doet nog wel de boekhouding, al zou ik eigenlijk moeten doen. Het is alleen veel makkelijker als hij het doet en zo blijft mijn vader toch actief.”

Familietraditie

Jan en Alie wonen nog steeds in het huis dat vast zit aan de kapperszaak en koken na al die jaren nog traditiegetrouw elke dag het middageten voor de familie en medewerkers. Samen aan tafel, dat is onderdeel van de familietraditie. “Wij werken, zij zorgen voor het eten”, zegt Henriette daarover. “De restjes nemen de kapsters nemen het mee naar huis, net als ik, voor mijn man en kinderen.”
De tekst gaat verder onder de foto's
Henriette Wuestenenk.
Henriette Wuestenenk. © Omroep Gelderland
Samen aan tafel voor het middageten.
Samen aan tafel voor het middageten. © Omroep Gelderland

Werken na de lockdown

Nichtje Malou staat ook in de zaak en dochter Silke doet buiten de deur eerst ervaring op. Samen vormen zij wellicht de vijfde generatie. “We zijn een echte kappersfamilie”, zegt Henriette, die geniet van haar familieleden om haar heen. Toen de kappers na de lockdown weer open mochten, was het even aanpoten, want klanten liepen de deur plat. Van 7 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds was het knippen geblazen, en zelfs Jan nam de schaar toch weer even ter hand. Een fantastische tijd na de rotperiode die corona de lockdown was.

Lust en leven

Op zolder staan nog de typische kappersattributen die Jan in zijn werkzame leven versleet. “Alles is bewaard, het is een stukje geschiedenis”, zegt Henriette, terwijl haar vingers glijden over de oude scheerstoel en de kinderknipstoeltjes. Alles heeft waarde voor de familie en voor Jan in het bijzonder. En andere historie leeft voort als herinnering. Een praatje maken met de mensen tijdens de knipbeurt, een kopje koffie, de gezelligheid, de laatste nieuwtjes doornemen, het reageren op de kerkklokken. “Zijn lust en zijn leven, dat is het kappersvak voor mijn vader”, weet Henriette.