Nieuws

Zó zit het met schadevergoeding voor slachtoffers jeugdzorg

Bijna vierduizenden mensen deden een aanvraag voor een vergoeding wegens misstanden in de jeugzorg.
Bijna vierduizenden mensen deden een aanvraag voor een vergoeding wegens misstanden in de jeugzorg. © ANP
Slachtoffers van geweld en misbruik in de jeugdzorg tussen 1945 en 2019 kunnen sinds afgelopen januari aanspraak maken op een schadevergoeding van 5000 euro. De regeling kon op rekenen kritiek van slachtoffers en experts. Maar hoe zit het precies met die schaderegeling?
De tegemoetkoming is een resultaat van het rapport van Commissie de Winter uit juni 2019. Die commissie deed in opdracht van het kabinet vier jaar lang onderzoek naar geweld en misbruik in de jeugdzorg in de periode van 1945 tot 2019. Uit het rapport bleek dat één op de tien ondervraagden te maken kreeg met geweld tijdens een verblijf in de jeugdzorg. In het onderzoek komen tien Gelderse instellingen aan bod waar misstanden hebben plaatsgevonden.

Schadefonds Geweldsmisdrijven

Slachtoffers van misstanden in de sector kunnen een aanvraag indienen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Het fonds is een zelfstandig bestuursorgaan dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
De instantie verzamelt de aanvragen en bepaalt vervolgens of iemand wel of niet recht heeft op de schadevergoeding van 5000 euro.

Bijna vierduizend aanvragen

Ongeveer een half jaar na het ingaan van de regeling zijn er bijna vierduizend aanvragen binnengekomen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Het fonds kende bijna 1200 aanvragen toe en wees er 119 af.

Procedure

Maar hoe gaat zo’n aanvraag nu precies in z’n werk? Allereerst moet worden aangetoond dat het slachtoffer ooit in een jeugdzorginstelling of in een pleeggezin zat. Als iemand dit niet zelf kan aantonen, dan gaan de juristen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven op zoek naar informatie.
“Vaak hebben mensen nog wel foto’s of brieven uit die tijd”, zegt een van de juristen die bij het schadefonds de aanvragen beoordeelt. “Soms hebben mensen ook adreskaarten die aantonen dat ze op een bepaald adres ingeschreven stonden. Aan die informatie hebben wij al genoeg.”
Toch is alleen plaatsing in een instelling niet voldoende. Ook moet het schadefonds aantonen dat het slachtoffer door de overheid in die instelling is geplaatst. “Om dat te kunnen onderbouwen hebben wij informatie nodig, zoals een voogdijregisterkaart”, zegt de jurist “Heel veel mensen hebben die niet zomaar liggen. Het is informatie die je bij de archieven van de provincies kan opvragen, maar dat doen wij dan ook voor hen.”

Bewijslast geweld

Naast de informatie over de instelling of het pleeggezin, moet het slachtoffer het geweld beschrijven dat hem of haar is aangedaan. De bewijslast hiervoor is laag. Het schadefonds vraagt niet naar bewijzen, aldus de jurist: “Voor bewijs van het geweld luisteren we alleen goed naar wat de aanvrager ons vertelt en proberen we aan de hand daarvan te beoordelen of het bovenmatig geweld is geweest en of het een betrouwbaar verhaal is.”
Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming van 5000 euro moet er sprake zijn van bovenmatig geweld. Er bestaan veel verschillende vormen van geweld en de juristen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven hebben geen kant-en-klaar lijstje bij de hand dat ze kunnen gebruiken. Per zaak wordt de vraag of er sprake is van bovenmatig geweld opnieuw bekeken. “In de jaren ’50 was een corrigerende tik nog best wel gebruikelijk, terwijl dat in 2005 al lang niet meer kon”, geeft het Schadefonds Geweldsmisdrijven als voorbeeld. Naast de tijdsgeest, kijken de juristen van het Schadefonds onder meer naar hoelang het geweld heeft geduurd, de vorm van het geweld en de straf- en tuchtnormen uit de tijd dat het geweld heeft plaatsgevonden.

Trauma

De bewijslast is bewust laag gehouden. Op deze manier is de kans kleiner dat slachtoffers voor de tweede keer getraumatiseerd raken tijdens het doen van hun verhaal. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid geeft aan dat slachtoffers stress kunnen ervaren als ze het gevoel hebben dat hun leed wordt gewogen: “Met één vast bedrag zorgen we voor een eenvoudige procedure en kan de bewijslast laag worden gehouden”, aldus een woordvoerder.
In 2010 riep de overheid Commissie Samson in het leven. Berichten over seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk waren de aanleiding tot onderzoek in de jeugdzorg. Bedragen tot 100.000 euro werden uitgekeerd aan slachtoffers, maar die moesten daarvoor ook veel bewijs aanleveren.
Toch is een lagere bewijslast zoals nu het geval is ook geen eitje, meldt Slachtofferhulp Nederland. “Ondanks de lagere bewijslast merken wij dat de aanvraagprocedure bij een deel van de mensen met wie wij contact hebben veel emoties losmaakt”, zegt Dana Weistra van Slachtofferhulp Nederland. “Dit zijn normale reacties wanneer slachtoffers weer geconfronteerd worden met ingrijpende gebeurtenissen uit het verleden.”
Via de site van het Schadefonds Geweldsmisdrijven kunnen slachtoffers een aanvraagformulier invullen. Op dit formulier wordt gevraagd naar de ervaringen van het slachtoffer in de instelling of in het pleeggezin. Slachtoffers moeten aangeven welk soort geweld hen is aangedaan en beschrijven wat er is gebeurd. Wel kunnen slachtoffers nog een telefonische toelichting geven als men hier behoefte aan heeft.

Totstandkoming vergoeding

Door te kijken naar vergelijkbare zaken is het Ministerie van Justitie en Veiligheid op een bedrag van 5000 euro uitgekomen. Het reguliere schadefonds werkt met verschillende letselcategorieën. Er zijn zes categorieën die variëren van ernst en van geldbedrag. De overheid vindt letselcategorie drie het meest vergelijkbaar met het leed dat slachtoffers hebben doorstaan. Bij categorie drie keert het Schadefonds 5.000 euro uit.
Slachtoffers van geweld en misbruik in de jeugdzorg kunnen nog tot en met 31 december 2022 aanspraak maken op de vergoeding. Dat kan via de website van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.