Nieuws

Deze Nijmeegse torens staan er al 100 jaar en openen nu de deuren

Landhoofd Nijmegen
Landhoofd Nijmegen © Karsten Russ
NIJMEGEN - Soms zie je iets en komt er gelijk een liedje bij je naar boven. Zanger Dirk-Wim in ’t Hof had dat toen hij binnen mocht kijken in het landhoofd waar de treinen tussen twee torens door Nijmegen binnen denderen. Pas sinds vorig jaar is het bijzondere gebouw aan de Waal toegankelijk voor publiek en worden er rondleidingen gegeven.
Wachten op een oorlog, klinkt het tijdens het refrein. Toen zanger en muzikant Dirk-Wim in ’t Hof een rondleiding had gehad schreef ie gelijk een lied over het markante Nijmeegse gebouw. Het lied maakt onderdeel uit van een project waarin hij Nijmeegse zaken bezingt.
"Het is een geweldig gebouw", vindt In 't Hof. "Maar het verhaal dat aan het gebouw vast zit, dat is eigenlijk nog bijzonderder."
Bekijk de video. De tekst gaat eronder verder.
Uniek landhoofd in Nijmegen bezongen door muzikant

Nog maar eentje van over

Sinds 1880 bewaken de twee toren de Nijmeegse kant van de spoorbrug, dan de enige brug over de Waal tussen Keulen en de Noordzee. Nu is het de allerlaatste in zijn soort. "Er zijn ooit in het verleden toen de spoorwegen werden uitgelegd in Europa misschien wel honderd van dit soort bastions gebouwd en dit is de enige die nog bestaat", doceert Peter Daamen. Hij zorgt er met een club vrijwilligers voor dat het gebouw toegankelijk is voor publiek.
De nieuwste kanonnen in die tijd maakten het gebouw onmiddellijk ongeschikt voor defensie. "Het kwam meteen leeg te staan", vertelt Daamen. Vier keer in de geschiedenis dreigde de torens gesloopt te worden, en vier keer zijn ze er als door een wonder aan ontsnapt. De eerste keer dankzij mensen die illegaal te voet de spoorbrug overstaken. Levensgevaarlijk. "De enige manier om de Waal over te komen in die tijd was met een veerpont", verklaart Daamen de illegale wandelaars. "En daar moest je voor betalen en als het donker was voer die niet."

Nijmeegse bevolking in opstand

Om een einde te maken aan die waaghalzerij werden er twee gezinnen als brugwachters in de torens gezet, en zo ontsnapten ze aan de sloophamer. In de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitser enorme bunkers op de torens en raakten de gebouwen zo toegetakeld dat ze weer gesloopt zouden worden. Maar de enorme naoorlogse woningnood voorkwam dat. Tot in 1962 het landhoofd onbewoonbaar werd verklaard.
Mensen eruit voor de derde maal dreigde de sloophamer. Maar er bleek geen geld voor sloop en daarop werden de ruimten verhuurd aan twee kunstenaars. De laatste keer dat de torens aan sloop ontsnapte was in de jaren 80 van de vorige eeuw toen de spoorbrug werd vervangen. Maar toen kwam de Nijmeegse bevolking in opstand. Nu is het gebouw een rijksmonument.

De vijand

Je kunt aan het bastion goed zien dat architect Pierre Cuypers, bekend van Amsterdam Centraal en het Rijksmuseum, van kastelen hield. Hij vereeuwigde zichzelf als een riddertje bovenop een van de torens. Dat riddertje keek altijd naar het zuiden. "Want daar komt de vijand altijd vandaan", vertelt Daamen. "Het waren altijd de Fransen of de Spanjaarden die via het Maasdal hier naartoe kwamen."
Maar de bouwvakkers die in 2009 herstelwerkzaamheden uitvoerden lieten de ridder de andere kant op kijken om daar naar een mogelijke vijand te turen. Daamen lacht: "Nou kijkt ie naar het noorden." Een grapje van Nijmeegse bouwvakkers. "Het waren Nijmeegse bouwvakkers", beaamt Daamen. "En waarschijnlijk fan van NEC."